Met ingang van 1 april, tweede Paasdag, is de accijns op bier en wijn verhoogd, en die op frisdrank, mineraalwater en vruchtensap verlaagd. De verhoging van de accijns op alcohol, is een correctie voor de inflatie. Regering en parlement denken dat de accijnsverschuiving tussen alcohol en fris, tevens een bijdrage zal leveren aan de alcoholmatiging. Ons inziens is die verschuiving echter veel te gering om het consumptiegedrag te beïnvloeden.
De vorige verhoging van de accijnsheffing op bier en wijn, heeft plaatsgevonden in 1994. Toepassing van een inflatiecorrectie was dus al jaren over tijd. Een inflatiecorrectie doet bovendien niets meer dan de toestand van het referentiejaar herstellen. We zijn dus wat de accijnsheffing betreft gewoon terug in 1993. Bepaald nog niet in een situatie waarin een matigende invloed van de accijnsheffing op het consumptiegedrag te bespeuren valt.
De accijns op benzine wordt overigens wel jaarlijks aan de inflatie aangepast. Er wordt bij de accijnsheffing dus met twee maten gemeten. De alcoholbranche staat blijkbaar bij regering en parlement in een beter blaadje dan de aardoliebranche. Dat zal ongetwijfeld mede verband houden met de lobby voor de alcoholbranche door de heren Wiegel, Kamminga en Gruijters.
Een langere periode beziend, kunnen we constateren dat de afgelopen dertig jaar het gemiddelde prijspeil in ons land met 226 procent is gestegen, terwijl de prijs van bier in die periode met slechts 132 procent is gestegen, en de prijs van wijn met 147 procent. In vergelijking met andere consumptieartikelen, zijn bier en wijn dus steeds goedkoper geworden. Als de regering dat zou willen compenseren, zou er een heel andere accijnsverhoging uit de bus komen !
De accijnsverhoging voor bier en wijn, is dus geen echte stap voorwaarts voor het alcoholmatigingsbeleid. De enige winst voor dat beleid zit in de verlaging van de accijnsheffing (verbruiksbelasting) op frisdranken, vruchtensappen en mineraalwaters. Die verlaging is echter, evenals trouwens de verhoging voor alcohol, van uiterst geringe omvang. Een fles frisdrank van één of anderhalve liter, is in de supermarkt 5 tot 8 eurocent goedkoper geworden. Indien tenminste de accijnsverlaging als prijsverlaging aan de klant is doorgegeven.
De verhoging van de prijs van bier en wijn, is al evenmin van substantiële omvang. De accijns op een flesje bier van 33 cl, is nog geen anderhalve eurocent omhoog gegaan. Een hele krat bier is 30 tot 35 eurocent duurder geworden, een fles wijn ongeveer 10 eurocent, en een fles champagne ongeveer 30 eurocent. Bepaald geen bedragen om wakker van te liggen.
De verhoging van de prijs voor bier en wijn, is overigens geringer van omvang dan in november werd aangekondigd. Toen werd bericht dat een flesje bier ruim 2 eurocent duurder zou worden, en een fles wijn ongeveer 22 eurocent. Heeft de alcohollobby in de tussentijd weer toegeslagen ?
Wie ziet hoe gemakkelijk er geld aan alcohol wordt uitgegeven, en wie kijkt naar het prijspeil in supermarkt en horeca, zal zich over het effect van de accijnsverhoging geen enkele illusie maken. Dat de Telegraaf schreef over een “forse” verhoging van de accijnzen, valt slechts te betitelen als journalistieke overdrijving. En het advies van de betreffende journalist om vóór de Paasdagen eenmalig wat extra drank in te slaan, teneinde geld te besparen, was dan ook niet meer dan een oproep tot kruidenierspolitiek.
Dingeman Korf