Het kabinet wil het alcoholgebruik onder jongeren strenger aanpakken. Het zet daarbij in op betere handhaving van de leeftijdsgrenzen. Aldus een nota van wijziging van het wetsvoorstel Drank- en Horecawet. De wijziging beoogt enerzijds een uitbreiding van het aantal plaatsen waar jongeren strafbaar zijn, maar verwijst anderzijds verhoging van de leeftijdsgrens definitief naar de prullenbak.
In het oorspronkelijke wetsvoorstel, waarover overeenstemming was bereikt, waren jongeren beneden 16 jaar strafbaar wanneer zij op de openbare weg in het bezit van drank waren. Uiteraard valt onder “bezit van drank” ook het gebruik van alcohol.
De op 11 februari 2011 gepubliceerde nota van wijziging breidt de “openbare weg” uit tot “voor publiek toegankelijke plaatsen”. In het persbericht van het ministerie worden als voorbeelden van dergelijke publiekelijk toegankelijke plaatsen met name genoemd : stationshallen, overdekte winkelcentra, warenhuizen en café’s. Dat lijkt een hele uitbreiding, maar in de meeste van die plaatsen is het drinken van alcohol nu al verboden. De uitbreiding zit dus in het woord bezit.
Voor café’s is die uitbreiding juridisch gezien een wassen neus. In café’s wordt alcohol verstrekt voor consumptie ter plaatse. Niemand koopt er een hele fles om in zijn boodschappentas mee naar huis te nemen. Het gaat dus om drank in glazen. Maar een glas drank dat vóór een minderjarige op tafel staat, is dat ook in zijn bezit ? Het kan net zo goed van zijn buurman of buurvrouw zijn. Als die meerderjarig is en er komt controle, dan lijkt de kans groot dat die zal roepen dat het glas van hem of haar is. Pas als de minderjarige op heterdaad betrapt wordt bij het drinken, is er juridisch een bewijs.
In stationshallen en in de meeste overdekte winkelcentra en warenhuizen is het drinken van alcohol nu al verboden. Er zal daarom voornamelijk drank gekocht worden voor gebruik elders. Volgens het oorspronkelijke wetsvoorstel moest de politie wachten met verbaliseren tot de minderjarige koper de betreffende ruimte verliet en de straat opging. Volgens het wijzigingsvoorstel kan de politie voortaan ook binnen reeds verbaliserend optreden. Die wijziging kunnen wij niet anders dan minimaal noemen. De schreeuwerige krantenkoppen als zou de drinkende jeugd strenger aangepakt gaan worden, zijn muggen opgeblazen tot het formaat van olifanten.
Tegenover bovengenoemde minimale aanscherping van het alcoholbeleid, staat ook een afzwakking. Het “experimenteerartikel” uit het oorspronkelijke wetsvoorstel wordt geschrapt. Dat artikel gaf gemeenten de mogelijkheid om binnen de gemeentegrenzen de leeftijdsgrens voor bier en wijn (16 jaar) te verhogen tot de grens voor sterke drank (18 jaar). Een dergelijk experiment heeft vóór- en nádelen.
Een nadeel is het feit dat het “alcoholtoerisme” uitlokt : zestien- en zeventienjarigen die op hun brommertjes naar een naburige gemeente trekken waar zij nog wel hun biertje kunnen kopen. In de gemeente waar zij gaan drinken vergroten zij de overlast. En als zij aangeschoten terug rijden, is dat slecht voor de verkeersveiligheid. Een krat bier achterop de brommer mee naar huis nemen, brengt het risico mee dat zij bij binnenkomst in hun eigen, “strenge” gemeente ineens strafbaar zijn, een proces-verbaal krijgen en hun krat met inhoud kwijt raken.
Een voordeel van het experimenteerartikel ligt in het feit dat wanneer een aantal aaneengesloten gemeenten ertoe besluit, waardoor het alcoholtoerisme relatief minder is, er waardevolle ervaring wordt opgedaan met het stellen van één leeftijdsgrens bij 18 jaar. Wordt er dan minder gedronken door de 16- en 17-jarigen (en al helemaal door de groep beneden de zestien) ? Is er dan minder overlast, vandalisme, geweldpleging, enz. ?
Als de zo opgedane ervaring positief is, vormt dat een belangrijk argument voor landelijke invoering van één leeftijdsgrens bij 18 jaar. Een systeem met twee leeftijdsgrenzen is verwarrend, lastiger te handhaven, en uit medisch oogpunt onverdedigbaar. Alcohol blijft alcohol, in welke vorm hij ook gedronken wordt.
De huidige regering wil niet tornen aan de bestaande leeftijdsgrenzen. In het officiële persbericht lezen wij: “Het kabinet vindt dat de huidige leeftijdsgrenzen eerst beter gehandhaafd en nageleefd moeten worden. Volstrekte helderheid over de leeftijdsgrens is dan belangrijk”. Een argument van niks. Eén leeftijdsgrens is veel helderder dan twee, gemakkelijker uit te leggen en gemakkelijker te handhaven. De huidige regering is er als de dood voor om de alcoholbranche een stuk omzet te doen verliezen. Tot schade voor de volksgezondheid, en zelfs voor de economie. Want de alcoholische hersenbeschadiging blijft voortwoekeren.
Dingeman Korf