terug

Afkicken criminele junks bespaart miljoenen

Afkickprojecten kunnen de samenleving veel geld besparen. In Rotterdam heeft het project Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) over de periode 1996-2000 ruim 29 miljoen euro aan schade voorkomen.  

Bij het SOV-project kiezen verslaafde criminelen voor vrijwillig afkicken. Daardoor wordt een eventuele veroordeling wegens een crimineel delict voorwaardelijk gemaakt (dus uitgesteld totdat de verslaafde onverhoopt in herhaling valt) of bij lichte vergrijpen zelfs volledig geannuleerd. Het project loopt tot 2004. Dan wordt het resultaat ervan vergeleken met de dwang-variant, waarbij de rechter criminele junks maximaal twee jaar onder dwang kan laten afkicken.

Het SOV-project is in oktober 1996 gestart. De gemeente Rotterdam, politie en justitie zetten het op als een proef om de toename van het aantal delicten in de Maasstad een halt toe te roepen. Onderzoek had uitgewezen dat een betrekkelijk kleine groep verslaafden verantwoordelijk was voor een aanzienlijk deel vn de kleine criminaliteit in de Maasstad.

Degenen die het SOV-programma gevolgd hebben, worden geholpen bij het zoeken van een woning en een baan wanneer zij vrijkomen. Tijdens hun verblijf in de stadsgevangenis in Hoogvliet krijgen zij bijscholing en sollicitatie training.

De gemiddelde SOV-cliënt pleegt 135 delicten per jaar. De schade per delict ligt gemiddeld op ongeveer 1043 euro. Dat betekent voor de cliënten gezamenlijk een maatschappelijke schade van 29,9 miljoen euro per jaar. Volgens de tussentijdse financiële berekening, bedragen de kosten van het project 13,3 miljoen euro. Het project heeft dus tussentijds al een batig saldo van 16,6 miljoen euro.

Eveneens volgens de tussentijdse bestandsopname, komt 28 procent van de cliënten afloop van zijn verblijfsperiode goed terecht. De investering in het project is dus niet alleen economisch rendabel, maar levert ook in menselijk opzicht een positief resultaat.