De zomer is weer in het land. Dus is er kans op heel warme dagen. Wie van de hitte dorst krijgt en die dorst met een “verfrissend” pilsje denkt te beteugelen, komt echter bedrogen uit. Alcoholhoudende dranken werken averechts.
Dorst is een signaal dat het lichaam water nodig heeft. Het is een signaal dat er iets gedronken moet worden, omdat anders “uitdroging” dreigt. En het enige dat het lichaam echt nodig heeft om uitdroging te voorkomen, is water. Niets anders. Al het andere is overbodige franje, soms zelfs schadelijke franje.
Dat laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer er alcohol in het water zit. Alcohol is een vochtuitdrijvend middel, het stimuleert de productie van urine. Het lichaam raakt daardoor extra veel water kwijt. Het drinken van alcoholhoudende drank om de dorst te lessen, is dus dweilen met de kraan open.
Bij grote hitte raakt een mens veel water kwijt door verdamping, door transpiratie dus. Daarbij raakt hij ook zout kwijt. Wanneer hij alleen water tot zich neemt, en het zoutverlies niet aanvult, lest hij wel zijn dorst, maar brengt hij zijn lichaam nog niet in balans. Wanneer hij zich dan ondanks de hitte toch nog inspant, kan het komen tot “warmtestuwing”. Dat leidt soms tot flauwvallen, en onder extreme omstandigheden (bijv. in een woestijn) zelfs tot de dood. Het lessen van de dorst bij grote hitte met behulp van alcoholhoudende drank, kan eveneens tot flauwvallen leiden. Door het drinken zet men zijn dorstgevoel tijdelijk even buiten spel, maar de behoefte van het lichaam aan water wordt er niet mee gestild.
Wie zich inspant bij hitte, kan dus het beste zijn dorst lessen met licht gezoute soep of bouillon. Ook zouthoudend mineraalwater is uitstekend. Wie zich niet inspant, kan volstaan met gewoon mineraalwater, water met een scheutje citroensap, koffie of thee zonder suiker, of ongezoet vruchtensap.