Het afgelopen jaar hebben diverse ministers (Klink, Rouvoet, Ter Horst) zinvolle suggesties laten horen voor het te formuleren alcoholbeleid van de regering. November vorig jaar bleek al uit de Hoofdlijnenbrief Alcoholbeleid dat de plannen flink afgezwakt waren. En na de behandeling daarvan in de Tweede Kamer op 18 december, is het duidelijk dat de alcoholbranche weer aan het langste eind trekt.
Neem bijvoorbeeld de leeftijdsgrens voor het kopen en in het openbaar (horeca) consumeren van zwak-alcoholhoudende drank. De minister van Binnenlandse Zaken wilde die grens graag gelijk trekken met de grens voor sterke drank, dus 18 jaar. Sommige gemeenten hadden daar ook op aangedrongen. Wetenschappelijk bezien is er geen enkel argument voor twee verschillende grenzen, en vanuit medisch gezichtspunt zou de grens eerder bij 21 jaar moeten liggen dan bij 16 jaar.
De Hoofdlijnenbrief schuift de verantwoordelijkheid hiervoor af naar de gemeenten. Die zouden een grotere rol in het kader van de Drank- en Horecawet moeten krijgen, uit te voeren door “gemeentelijke toezichthouders”. Daaronder ook de bevoegdheid om de leeftijdsgrens voor alle alcohol op 18 jaar te stellen. Nadelen daarvan zijn dat plaatselijke belanghebbenden de gemeenteraad onder druk kunnen zetten, en dat er “alcoholtoerisme” kan ontstaan tussen aan elkaar grenzende gemeenten. Het grootste nadeel is echter dat voor het doorschuiven van bevoegdheden naar de gemeente een wetswijziging nodig is. Dat vertraagt de beleidsontwikkeling weer enkele jaren.
Een vergelijkbaar afschuiven, resp. vertragen zien wij bij de “happy hours”. Begin vorig jaar lazen we nog in de krant dat Klink ze wou verbieden. In de Hoofdlijnenbrief wordt echter ook hiervoor de verantwoordelijkheid doorgeschoven naar de gemeenten.
De Hoofdlijnenbrief geeft een opsomming van de vier meest effectieve beleidsinstrumenten. Bovenaan dat lijstje staat, als effectiefste maatregel, het beperken van de beschikbaarheid van drank. Dus reguleren van openingstijden, prijs (via accijnsheffing), en aard en aantal van de verkooppunten. Daarvan vinden wij verderop in de hoofdlijnenbrief weinig terug.
Met betrekking tot de aard van de verkooppunten gaat de overheid studeren op de mogelijkheid om “breezers” uitsluitend via de slijters te laten verkopen. Met betrekking tot de accijnsheffing, wordt een zeer bescheiden accijnsverhoging voor bier en wijn voorgesteld. De accijns op bier zou 2,3 eurocent per flesje van 300 ml omhoog gaan, de accijns op wijn met ca 9 eurocent per liter. Je moet wel heel veel drinken wil je die accijnsverhoging voelen in je portemonnaie ! De Duitsers deden het met hun breezeraccijns (“Alkopopsteuer”) heel wat radikaler : prijsverhoging 1 euro per flesje. Dat had resultaat.
Ook de aanpak van de reclame gaat met zachte hand. Alcoholreclame via radio en TV wil de regering verbieden tussen 6 uur ’s morgens en 9 uur ’s avonds. De inhoud van de reclame blijft overgelaten aan de zelfregulering door de alcoholbranche. Alcoholreclame via andere media dan radio en TV blijft ook ongemoeid.
Wat is overgebleven van de eerdere suggesties, is een hardere aanpak van de overtreders. Dit geldt zowel voor kopers van alcohol onder de leeftijdsgrens, als van drankrijders in het verkeer. Als de pakkans echter niet vergroot wordt, hebben hogere straffen ook weinig zin. In de opsomming van beleidsinstrumenten naar effectiviteit, staat intensivering van het toezicht (dus vergroting van de pakkans) op de tweede plaats, en niet verhoging van de straffen.
Verder staat de Hoofdlijnenbrief vol met tamelijk vrijblijvende campagnes en projecten. Voor dwingende maatregelen is de regering blijkbaar bang. Al met al nogal teleurstellend na eerdere, radikalere woorden van de ministers. In de paragraaf “consultatie” van de brief is een mogelijke verklaring daarvoor te vinden. Daar lezen wij namelijk dat er niet alleen overleg is geweest in het breed samengestelde ROA, maar ook separaat met CBL, horeca en VNG, terwijl er tevens een “directeurenoverleg” is geweest met de alcoholbranche. De branche heeft zijn eigen belangen weer eens weten door te drukken tegen de belangen van gezondheid en veiligheid in.
Dingeman Korf