Alcoholproblemen vloeien voort uit alcoholgebruik. Om die problemen te verminderen, moet men iets doen aan de alcoholconsumptie. Tussen 1988 en 1999 hebben regering en volksvertegenwoordiging zich weinig aan die logica gelegen laten liggen.
De omvang van het alcoholgebruik, wordt bepaald door vraag en aanbod. De alcoholnota van 1986 stelde een maatschappijbrede aanpak van de alcoholproblematiek in het vooruitzicht. Daarbij zouden zowel de vraag als het aanbod onder handen genomen worden.
Om de vraag van het publiek naar alcohol te verminderen, werd een voorlichtingscampagne gestart. Om het aanbod aan alcohol minder verleidelijk en minder opdringerig te maken, moest volgens de alcoholnota de reclame aangepakt, en het aantal verkooppunten beperkt worden.
De Tweede Kamer werd door de alcoholbranche verleid om de aanpak van de reclame over te laten aan zelfregulering door de branche. Dus kwamen er geen maatregelen die effect konden sorteren. De nieuwe code voor de alcoholreclame, gaf de reclamemakers nog meer ruimte dan de oude gedaan had. De alcoholbranche zou ook wel gek geweest zijn om in eigen vlees te snijden. Alleen het verdwijnen van alcohol uit de benzinestations, gaf enige beperking van het aanbod.
Geleidelijk werd echter duidelijk dat het beleid weinig of geen effect sorteerde. De alcoholconsumptie daalde na 1988 niet verder. De alcoholkosten in de gezondheidszorg en bij de politie bleven onveranderd hoog. De alcoholische overlast door uitgaanspubliek nam zelfs toe. Enkele dramatische gebeurtenissen veroorzaakten een schokeffect. De bereidheid van de publiciteitsmedia om alcoholproblemen aan de orde te stellen nam door dit alles toe.
Inmiddels had de overheid de toegezegde aanscherping van de wetgeving op alcoholgebied voorbereid. Het falen van het tot dan toe gevoerde beleid, en de noodzaak voor de voorgestelde wijzigingen, waren zo langzamerhand overduidelijk.
Op 1 november 2000 is de gewijzigde Drank- en Horecawet van kracht geworden. De overheid pakt de bekendmaking van de nieuwe bepalingen, en de handhaving van de wet voortvarend aan. Horecapersoneel zowel als kantinemedewerkers van sportclubs, moeten een cursus volgen. Er komen 40 nieuwe drankwetinspecteurs bij om de handhaving van de leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop te controleren.
De Keuringsdienst van Waren gaat het aantal inspecties m.b.t. alcohol opvoeren van 1000 a 1500 naar circa 11.000. Voor de handhaving is 10 miljoen extra uitgetrokken. De verslavingszorg krijgt 17 miljoen extra. De voorlichting moet het doen met een bescheiden 6 ton extra.
Ook in de particuliere sector krijgen alcoholproblemen meer aandacht. Met name bladen die iets met gezondheld van doen hebben, publiceren de laatste jaren regelmatig goede artikelen over verslaving, over alcohol en zwangerschap, over alcohol en geneesmiddelen, enz.
Alles bij elkaar lijkt het erop dat er een cultuuromslag in de houding tegenover alcohol gaande is.
dr.ir.D.Korf