Jongeren drinken te vroeg en te veel alcohol. Dat probleem wordt nu aangepakt door voorlichting aan ouders en scholen, en door beter handhaven van de leeftijdsgrens. Vergeten wordt daarbij dat het drinken van de jeugd niet los gezien kan worden van de plaats die de alcohol in onze cultuur inneemt.
Nederlandse jongeren zijn, samen met hun Engelse leeftijdgenoten “de zuipschuiten van Europa”. Schoolverzuim, verminderde leerprestaties, voortijdige schoolverlating, aantasting van de gezondheid en psychische problemen zijn het gevolg. Dat belemmert hun ontwikkeling. Zij begeven zich door hun zuipen op een hellend vlak naar een leven van gemiste kansen.
Scholen zien hun jaarprogramma in gevaar komen doordat de leerlingen op maandag niets bij te brengen valt. De geestelijke gezondheidszorg wordt overspoeld door jongeren met depressies en persoonlijkheidsstoornissen. Ziekenhuizen zijn druk met het oplappen van jongeren met alcoholvergiftiging. De politie heeft ieder weekeinde handenvol werk in het uitgaansleven. Kortom: door alcohol veroorzaakte problemen hebben de omvang van een epidemie aangenomen.
Dat jongeren te vroeg beginnen met alcohol, wordt nu vooral de ouders verweten. Maar pedagogen hebben jarenlang Nederlandse ouders voorgehouden dat vroeg en met kleine slokjes beginnen de beste weg was om latere alcoholproblemen te voorkomen. Nu mag dat ineens niet meer, ouders moeten ervoor zorgen dat hun kind voor het zestiende levensjaar geen alcohol drinkt. Die pedagogen hebben wat uit te leggen !
Leeftijdsgrens
Overheid en alcoholbranche zetten zich gezamenlijk in voor een betere naleving van de aloude leeftijdsgrens van 16 jaar. Die grens dateert van vóór de Tweede Wereldoorlog. Maar de alcoholbranche heeft er nooit werk van gemaakt. Nu moet zij wel meedoen met de actie voor 16 jaar, enerzijds om haar goede wil te tonen, en anderzijds om verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar tegen te houden. Want dat zou veel omzet kosten.
Binnen de EU hanteren 9 van de 25 lidstaten één grens van 18 jaar voor het kopen van alle soorten drank. Daaronder Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië en een aantal voormalige Oostblok staten. De kans dat Nederland zich hierbij aansluit, is dus reëel. Bovendien hebben verschillende medici (kinderartsen, hersenspecialisten enz.) uitgesproken dat de grens eigenlijk bij 21 of 22 jaar zou moeten liggen. Dat vergroot de druk om de grens te verhogen.
Een leeftijdsgrens, hoe goed ook gehandhaafd, kan echter nooit meer opleveren dan een beperkte bijdrage aan het terugdringen van de alcoholproblemen. Want de alcohol staat in onze samenleving overal voor het grijpen, en wordt de jongeren door onze cultuur bijkans opgedrongen. Overal om zich heen zien zij alcoholgebruik en alcoholreclame. En het is voor hen nog steeds eenvoudig om aan drank te komen. Thuis staat drank voor het grijpen, in de supermarkt ook, en in de horeca is het ook vaak niet moeilijk.
Supermarkten
Het aandeel van de supermarkten in de alcoholproblematiek, kan moeilijk overschat worden. Het wordt wel eens gezegd dat Albert Heijn de Nederlanders aan de wijn heeft gebracht, door met zijn reclame en met een uitgebreid aanbod, in te spelen op de herinneringen aan vakanties in Mediterrane landen. Wie tegenwoordig de supermarkt bezoekt, moet tussen de bierkratten die in de aanbieding zijn door laveren, en heeft de keus uit een enorm aantal soorten bier en wijn. Dat suggereert dat alcoholgebruik een doodgewoon en alledaags verschijnsel is, dat alcohol tot de eerste levensbehoeften behoort.
Alcohol is tegenwoordig vast geworteld in onze cultuur. Jongeren groeien op in een samenleving waarin alcohol alom tegenwoordig is en waarin alcoholgebruik algemeen geaccepteerd wordt. Logisch dat zij er dan niet kritisch en terughoudend tegenover staan.
De alcoholbranche komt telkens met nieuwe producten die jongeren aanspreken. Nu de breezers over hun hoogtepunt heen zijn, wordt het accent verlegd naaar de “shooters” en de “superbreezers” met een hoger alcoholgehalte. De supermarkten gaan vervolgens grif in op het aanbod van de alcoholbranche. Binnen de kortste keren liggen de nieuwe producten in de schappen.
Het CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel) stelt zich op als een gewillig verlengstuk van de alcoholbranche. Voorstellen om iets te doen tegen de ongebreidelde alcoholverkoop, stuiten steevast op een categorische afwijzing door het CBL. Dat hebben wij gezien bij hun reactie toen de breezers naar de slijter verbannen dreigden te worden, toen de agressie van te jonge alcoholkopers tegenover caissières ter sprake kwam, toen de eventuele verhoging van de leeftijdsgrens ter sprake kwam, enz. Omzet is voor het CBL kennelijk belangrijker dan veiligheid en gezondheid.
Blijkbaar hanteert het CBL een eigen definitie van het begrip “levensmiddel”. Alcohol is geen levensmiddel,maar een genotmiddel, en bovendien een drug. Alcohol is daarmee een bijzonder product, dat niet tussen de vruchtensappen en de mineraalwaters thuishoort. Alcohol zou dus bij de slijter, of desnoods in de sigarenzaak verkocht moeten worden.
De alcoholreclame versterkt het beeld nog verder dat alcoholgebruik een vast onderdeel van onze cultuur is. Jongeren zijn gevoelig voor reclame. Alcoholreclame die gericht is op 20- tot 25-jarigen, spreekt ook jongeren van 14 aan.. De meeste ouders zijn slechts middelmatige opvoeders. Als zodanig hebben zij geen weerwoord tegen de geraffineerde psychologische aanpak door de alcoholreclame. De alcoholreclame moet dus ook aangepakt worden.
Aanpak
De conclusie zal duidelijk zijn. Terugdringen van het excessieve alcoholgebruik door jongeren, vergt een aanpak over een breed front. Daarvan zouden deel moeten uitmaken:
– Verhoging van de leeftijdsgrens tot 18 jaar, als signaal naar en ondersteuning van de ouders, en om het drinken beneden de 16 gemakkelijker te kunnen opsporen.
– Een verbod op prijsstunten met alcoholhoudende dranken.
– Omkering van het toelatingssysteem voor alcoholreclame van het huidige “ja, mits” naar het “nee, tenzij”.
– Rondom scholen en verenigingsgebouwen een zone waarbinnen geen alcohol verkocht mag worden.
– Bij openbare dronkenschap nagaan waar de alcohol geschonken is, en de schenker er op aanspreken, resp.een sanctie opleggen. Dat dringt de heersende zatlappenterreur terug.
– Intensieve vorolichting richting ouders, scholen en verenigingen over de extra risico’s bij te jong drinken, waarbij de “ideale leeftijdsgrens” van 22 jaar ook genoemd wordt.
– Gezamenlijk met ons omringende landen een accijnsverhoging doorvoeren voor bier en wijn (deze producten zijn de afgelopen 30 jaar relatief steeds goedkoper geworden).
Alleen als het probleem over de volle breedte aangepakt wordt, valt een goed resultaat te verwachten.
dr.ir. Dingeman Korf