Na soms lange discussies over bepaalde onderdelen, had het parlement afgelopen najaar de voorgestelde wijzigingen van de Drank- en Horecawet (DHW) goedgekeurd. Per 1 januari 2013 zijn zij nu van kracht geworden. In bestuurlijk opzicht is de grootste verandering de toegenomen rol van de gemeenten. Zij krijgen er diverse taken bij.
Verschillende voorgestelde wijzigingen van de DHW hebben wij in dit blad al eens becommentarieerd. De wijzigingen zijn voor een deel gericht tegen het alcoholgebruik door minderjarigen, voor een ander deel gericht op vergroting van de rol van de gemeenten, en tenslotte nog op vermindering van de bureaucratische rompslomp voor de verkopers van drank Ter wille van een overzicht over de totale wijziging, geven wij hieronder een opsomming van de belangrijkste punten.
1) Jongeren onder de 16 jaar zijn strafbaar als zij in het openbaar drank bij zich hebben of voor consumptie gereed hebben. Overtreding levert een boete op van € 45,- Dit lijkt een forse aanscherping, maar is het niet. In veel gemeentelijke verordeningen werd alcoholgebruik in de openbare ruimte al verboden. En de bevoorrading van de zuipketen vindt heel vaak plaats door jongeren boven de 16. Wij verwachten dan ook slechts een beperkt effect op het drinken beneden de 16 jaar van deze maatregel.
3) Het toezicht op de naleving van de DHW gaat grotendeels over naar de gemeenten. De burgemeester wordt het bevoegd gezag. Hij wijst de ambtenaren aan die toezicht houden op de naleving. In treinen, vliegtuigen en tax-free zones blijft het toezicht bij de NVWA berusten.
2) Verkopers van zwak-alcoholhoudende dranken (bier, wijn) die in 1 jaar tijd de leeftijdsgrens driemaal overtreden, kunnen door de burgemeester een tijdelijk verbod opgelegd krijgen om die dranken te verkopen. Deze bepaling is vooral bedoeld om te kunnen optreden tegen supermarkten, sportkantines en dergelijke waar tot nu toe minderjarigen gemakkelijk aan drank kunnen komen.
4) De burgemeester kan overtreders van de DHW bestuurlijke boetes opleggen (de tarieven liggen vast in een boetebesluit) en vergunningen voor het uitoefenen van een horeca- of slijterijvergunning schorsen.
5) Elke gemeente moet vóór 1 januari 2014 een verordening paracommercie vaststellen waarin het schenken van dranken in kantines, club- en buurthuizen en kerkelijke ruimten voor leden en bij recepties wordt geregeld.
6) De gemeente kan bij verordening extreme prijsacties in horeca en detailhandel verbieden. Als de gemeenten op ruime schaal van die mogelijkheid gebruik gaan maken, kan het drinken door minderjarigen afnemen. Wij vrezen echter dat horeca en detailhandel veel gemeenteraden onder druk zullen zetten om van deze mogelijkheid geen gebruik te maken.
7) De gemeente kan bij verordening toelatingsleeftijden tot horeca gelegenheden vaststellen, aan leeftijd gekoppelde toelatingstijden vaststellen en een ID-controle verplichten voor toelating.
8) Het vergunningstelsel voor de DHW wordt vereenvoudigd. Leidinggevenden worden niet meer op de vergunning vermeld, maar op een aanhangsel. Een nieuwe leidinggevende behoeft daardoor nog slechts gemeld te worden, de vergunning blijft ongewijzigd. Echter, de burgemeester kan een vergunning intrekken als de ondernemer in twee jaar driemaal een veroordeelde crimineel als leidinggevende aanmeldt.
9) De termijn waarbinnen een gemeente over een vergunningsaanvraag moet hebben beslist wordt verkort tot de standaard van de AWB.
10) Barkeepers en slijters mogen tijdens de uitoefening van hun werk zelf niet dronken zijn.
11) Slijters mogen klanten die daarom vragen gratis drank laten proeven. Dit is dus geen aanscherping maar juist een afzwakking van de DHW. Tot nu toe mocht dit niet.
De nu ingegane gewijzigde Drank- en Horecawet gaat nog steeds uit van twee leeftijdsgrenzen. Namelijk 16 jaar voor zwak-alcoholhoudende drank en 18 jaar voor sterke drank. Hopelijk is dus binnenkort opnieuw een wetswijziging nodig omdat er nog slechts één leeftijdsgrens is en die bij 18 jaar ligt.
Dingeman Korf