terug

Drankje bij de lunch extra gevaarlijk

De Nederlandse wetgeving gaat ervan uit, dat bij bloedalcoholgehalten van minder dan 0,5 promille de effecten op de rijvaardigheid te verwaarlozen zijn. Een aanvechtbare stelling, waartegen zich al diverse deskundigen gekeerd hebben. Onlangs kregen zij ondersteuning door een team van Britse onderzoekers.

De conclusie van de Britse onderzoekers was dat alcoholgebruik tijdens de lunch, ook al blijft men beneden de 0,5 promille bloedalcoholgehalte, toch al een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert. Bij de lunch zou het effect van de alcohol extra sterk zijn, omdat de biologische klok aan het begin van de middag toch al voor een slaperig gevoel zorgt. Die conclusie werd afgelopen augustus gepubliceerd in het vakblad Occupational and environmental medicine.

De onderzoekers verrichtten hun onderzoek met behulp van twaalf vrijwilligers, gezonde jonge mannen met voldoende rijervaring en een normaal lichaamsgewicht. In een periode van vier weken reden zij eens per week in een rijsimulator op een virtuele snelweg. Eén keer na een gewone nacht slaap en een alcoholvrije lunch, één keer na een tot vijf uur verkorte nacht slaap en een alcoholvrije lunch, één keer na een gewone nacht slaap en een lunch met wodka-jus d’orange, en tenslotte één keer na een korte nacht slaap en met wodka-jus d’orange bij de lunch. De lunch bestond in alle gevallen uit boterhammen met kaas. Het bereikte bloedalcoholgehalte na de lunches met alcohol bedroeg ongeveer 0,4 promille.

Zowel na een verkorte nacht slaap, als na een lunch met alcohol, vertoonde het stuurgedrag van de mannen meer slingeringen. Verder bleek uit meting van hun hersenactiviteit door middel van een EEG, dat zij trager reageerden. Zelf zeiden de mannen dat zij zich slaperiger voelden dan anders.

Wanneer alcohol en een verkorte nachtrust gecombineerd werden, was de verslechtering van het rijgedrag heel sterk. De twee effecten konden ruwweg bij elkaar opgeteld worden. Ook het EEG vertoonde zo’n opteleffect. De mannen zelf zeiden echter dat zij zich niet extra slaperig voelden.

Jonge mannen zijn (in Groot-Brittannië) het vaakst betrokken bij ongevallen door slaperigheid. Vooral tijdens lange, saaie ritten op de snelweg. Ook hebben zij volgens de auteurs van genoemd onderzoek, een wat sterker dan gemiddelde neiging tot het onderschatten van risico’s.

Duidelijk is dat tijdens de middagdip na de lunch, ook een geringe hoeveelheid alcohol al een duidelijke toename van het risico teweegbrengt. Die vergroting van het risico is geconstateerd bij automobilisten met voldoende rijervaring.
Het Britse onderzoek geeft dus alle reden om in Nederland, in navolging van Zweden en Polen, de strafbaarheidsgrens voor alcohol in het verkeer, te verlagen tot 0,2 promille voor alle verkeersdeelnemers. Niet alleen voor beginnende automobilisten, zoals de regering wil.

Dingeman Korf