In 1995 toonden professor Folts en medewerkers van de universiteit van Wisconsin aan dat een positief effect van rode wijn op hart en bloedvaten, ook vertoond werd door rode druivensap en niet door witte wijn. Nu hebben Franse onderzoekers onder leiding van prof. E. Anselm van de universiteit van Straatsburg nog een tweede positief effect van druivenflavonoïden op hart en bloedvaten gevonden.
Bij het ontstaan van hart- en vaatziekten speelt samenklontering van de bloedplaatjes een belangrijke rol. Door die samenklontering ontstaan vernauwingen en verstoppingen in de bloedvaten, waardoor de ontwikkeling van hart- en vaatziekten in gang gezet kan worden. Met behulp van honden als proefdieren toonden Demrow, Slane en Folts destijds aan dat die samenklontering tegengegaan werd door een stof uit blauwe druiven. Zij publiceerden hun bevindingen in het Amerikaanse vakblad voor cardiologen Circulation (jaargang 91, pag. 1182 e.v.). Wij schonken daar destijds aandacht aan in het novembernummer van dit blad. Folts en medewerkers constateerden dat rode wijn en rood druivensap de samenklontering tegengingen, terwijl witte wijn geen effect had. Dit bewees dat alcohol niet de beschermende stof was. Het moest gaan om een stof uit de schil van blauwe druiven. Zij noemden als candidaten tanninen, anthocyaninen en flavonoïden. Korte tijd later bleek dat het ging om de flavonoïden, en in het bijzonder om één specifieke stof uit deze groep van verbindingen, te weten resveratrool. Flavonoïden zijn stoffen waarmee planten zich o.a. verweren tegen schimmelinfecties. Een ander flavonoïde dat hart en bloedvaten beschermt is quercetine, dat in appels, boekweit, thee en uien voorkomt.
Na de publicaties van Folts verschenen er lange tijd weinig publicaties over wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot druivensap. Het fundamenteel onderzoek leek zich geheel op rode wijn geconcentreerd te hebben. Begin dit jaar verscheen er echter in het Europese cardiologenblad Cardiovascular Research (jan. 2007, pag 404 e.v.) ineens weer een artikel over druivensap. Een baanbrekend artikel van fundamenteel belang, het ging nu namelijk niet om een effect op het bloed, maar direct op de kransslagaders. Chemisch onderzoek heeft de afgelopen jaren laten zien dat het gehalte aan flavonoïden tussen de verschillende druivenrassen (en dus tussen de verschillende wijnsoorten) grote verschillen vertoont. Professor E. Anselm van de universiteit van Straatsburg koos daarom voor zijn onderzoek een druivenras met een hoog gehalte aan flavonoïden. Dat werd het in de negentiende eeuw in de VS ontwikkelde ras Concord. Een ras dat in de VS veel gebruikt wordt voor de productie van druivensap. Het team van Anselm, Chataigneau, Ndiaye en Schini-Kerth onderzocht het effect van genoemd druivensap op de kransslagaderen van varkensharten. Dit bleek gelijk te zijn aan het effect van rode wijn. Namelijk een stimulering van de productie van stikstofmonoxyde in het endotheel, waardoor de kransslagaderen zich ontspannen. Bekend is het feit dat stikstofmonoxyde belangrijk is voor het natuurlijke systeem van het lichaam om de bloedvaten gezond en flexibel, en de bloeddruk optimaal te houden. De auteurs concluderen dat het vermeende positieve effect van alcohol op hart en bloedvaten door het dubbele effect van druivensap, nu wel naar het rijk der fabelen verwezen kan worden. Ter ondersteuning daarvan verwijzen zij naar andere onderzoekers, die een bloeddruk verlagend effect van het sap van Concord druiven hebben laten zien. Tot slot waarschuwen zij nog dat het gehalte aan resveratrool van verschillende soorten druivensap en wijn zeer variabel is.
Dingeman Korf