terug

Geneesmiddelverslaving onderschat probleem

Geneesmiddelen die inwerken op de menselijke geest, kunnen meestal ook tot verslaving leiden. Zij veranderen namelijk iets in de beleving van de werkelijkheid door de patiënt. Wanneer zij te lang, te vaak of in te hoge doses worden voorgeschreven, leveren zij zowel voor de patiënt als voor de volksgezondheid meer nadeel dan voordeel op.

Het klassieke voorbeeld van geneesmiddelverslaving vinden wij bij de “opiaten”. Deze werken in op het centraal zenuwstelsel en dempen de pijnprikkel. De oorzaak van de pijn nemen zij niet weg, zij veranderen alleen de pijnbeleving door de patiënt. De oudste pijnstiller uit deze groep is morfine, het hoofdbestanddeel uit de opium. Al in de negentiende eeuw startte de farmaceutische industrie onderzoek naar vergelijkbare stoffen die mogelijk beter zouden werken. Dat leidde tot de ontdekking van heroïne. Van betrekkelijk recente datum zijn opiaten als buprenorfine en pentazocine.

De opiaten werken niet alleen sterk pijnstillend, maar in hoge doses ook roesverwekkend. Zij werken dus om twee redenen geestelijk verslavend. Daarnaast leiden zij ook nog tot lichamelijke afhankelijkheid. Heroïne, dat na zijn ontdekking eerst enige tijd vrij verkrijgbaar was bij de drogist, werd al snel uit de vrije verkoop verbannen. Later werd de stof door de medische wereld volledig afgeschaft. Morfine wordt echter onder strenge reglementering nog steeds gebruikt als pijnstiller.

De tweede grote groep van verslavende geneesmiddelen, is die van de slaap- en kalmeringsmiddelen. Van slaapmiddelen uit de groep van de barbituraten is al bijna een halve eeuw bekend dat langdurig gebruik tot verslaving leidt. Wie deze stoffen lang gebruikt heeft, kan gewoon niet meer in slaap komen zonder het middel. Kalmerende middelen (“tranquillizers”) uit de groep van de benzodiazepinen zijn vooral in de zestiger en zeventiger jaren sterk opgekomen (librium, valium en dergelijke). Ook deze stoffen bleken achteraf niet geheel vrij te zijn van verslavende werking.

Uit onderzoek is gebleken dat een kwart van de Nederlandse bevolking wel eens een slaap- of kalmeringsmiddel gebruikt. Dat zijn 4 miljoen gebruikers. Ruim driekwart van hen gebruikt het middel maximaal acht weken aaneen. Acht weken is de maximale gebruikstermijn volgens de bijsluiter. Bijna één miljoen Nederlanders gebruikt het middel echter gedurende een (veel) langere tijd. Een aanzienlijk deel van hen moet als verslaafd beschouwd worden.

Omdat slaap- en kalmeringsmiddelen suf maken, lopen de gebruikers een verhoogde kans op een ongeval. Daaraan overlijden jaarlijks zo’n 180 Nederlanders, ongeveer 50 in het verkeer en 130 door een fatale valpartij. Minstens twintigduizend mensen moeten ieder jaar in een ziekenhuis behandeld worden wegens ongelukken veroorzaakt door het gebruik van kalmerende middelen. De totale financiële schade door één en ander bedraagt naar schatting zo’n driehonderd miljoen gulden per jaar. De kosten voor de gebruikte slaap- en kalmeringsmiddelen bedroegen vorig jaar 175 miljoen gulden.

Een betrekkelijk nieuwe groep van geneesmiddelen die inwerken op de menselijke geest, vormt die van de antidepressiva. Het gebruik van deze middelen neemt sterk toe. Vroeger kregen mensen vaak een tranquillizer voorgeschreven tegen een depressie, nu een antidepressivum. Door de verbeterde diagnosemethoden, worden bovendien meer patiënten herkend als lijder aan een depressie. De omzet aan antidepressiva ligt dan ook al fors boven de omzet aan slaap- en kalmeringsmiddelen. In 2000 werd voor 257 miljoen gulden aan antidepressiva omgezet. Dat was maar liefst twintig procent meer dan in 1999 !

Over verslaving aan antidepressiva is nog niet zo heel veel bekend. Het zijn stemmingsverbeteraars, en als zodanig zijn zij vergelijkbaar met alcohol, tabak en tranquillizers. Daarom ligt het zeer voor de hand dat zij in ieder geval tot geestelijke afhankelijkheid kunnen leiden.  De sterke toename van hun gebruik heeft al geleid tot verontruste geluiden uit medische kring. Ook de patiëntenvereniging heeft alarm geslagen.

De sterke toename van het gebruik van antidepressiva, is een signaal dat er met veel mensen in de samenleving iets mis gaat. Blijkbaar ervaren steeds meer mensen het leven als moeizaam en bedreigend, en raken erdoor in een depressie. Sommigen gaan wegens hun depressie naar de dokter. Anderen vluchten in drank of drugs. Verslaving bedreigt zowel de ene als de andere groep.

Dingeman Korf