Grote krantenkoppen kondigden medio oktober het einde van de happy hours aan. De horeca was bereid zijn verzet tegen een verbod op happy hours te staken. Daar vroeg horecaorganisatie KHN echter wel een hoge prijs voor : geen verhoging van de leeftijdsgrens voor alcohol. Ons inziens een volstrekt onaanvaardbare ruil.
De horeca was tot nu toe fel tegenstander van een verbod op happy hours. Het tijdelijk tegen verlaagde prijs aanbieden van consumptiegoederen, zou tot de ondernemersvrijheden behoren. en het “echte” drankmisbruik niet aanpakken.
Beperken van de ondernemersvrijheid is met betrekking tot riskante producten een noodzaak. Alcohol behoort tot de drugs, en daarmee tot de riskante producten. De handel erin behoeft daarom spelregels. Net als bijvoorbeeld de handel in tabak of in vuurwapens. De vrijheid van de verkoper dient daarom te eindigen waar de gezondheid of de veiligheid van de koper of zijn omgeving aangetast kunnen worden.
Dat een verbod op happy hours het “echte” drankmisbruik niet zou aanpakken, doet de vraag rijzen wat de horeca verstaat onder “echt” drankmisbruik. Ons inziens hebben de happy hours maar één doel. Namelijk omzetverhoging. Consumenten verleiden om meer te drinken dan zij tegen de oorspronkelijke prijs gedaan zouden hebben. Zij effenen dus de weg naar drankmisbruik.
De horeca erkent nu dat de verkoop van alcoholhoudende drank bijzondere verantwoordelijkheden vereist. Daarom is zij nu bereid een verbod op happy hours te aanvaarden.
In haar brief aan de kabinetsinformateurs Bos en Kamp, vraagt de horeca wel om in ruil daarvoor de verhoging van de leeftijdsgrens voor zwak-alcoholhoudende dranken van tafel te halen. Volgens de organisatie is het beter om eerst strak te handhaven op goedkoop drinken in hokken en keten. Pas daarna zou bekeken moeten worden of leeftijdsverhoging nog echt nodig is.
Dit is een drogredenering. Goedkoop drinken wordt het effectiefst tegengegaan door een algeheel verbod op prijsstunten met alcohol. Want de alcohol in de hokken en keten is afkomstig uit de supermarkt. Die drank moet duurder worden. Prijsverhoging is namelijk een effectief middel voor consumptievermindering. Net zoals prijsverlaging (happy hours) een effectief middel is voor consumptieverhoging. Voor strakker toezicht op de hokken en keten hebben de gemeenten overigens onvoldoende personeel.
Verhoging van de leeftijdsgrens zal eveneens de toevoer van drank naar de hokken en keten bemoeilijken. Als de horeca het de hokken en keten moeilijk wil maken, zou zij juist voorstander van leeftijdsverhoging moeten zijn.
Afzien van verhoging van de leeftijdsgrens is om een heel scala van redenen ongewenst. In de eerste plaats zijn de menselijke hersenen pas omstreeks het drieëntwintigste levensjaar volledig ontwikkeld. Alcohol verstoort dat ontwikkelingsproces. Hoe later met alcohol wordt begonnen, hoe beter voor de intellectuele ontwikkeling. Uitstel van de consumptie verkleint ook de kans op latere verslaving.
In de tweede plaats is ruim de helft van de comazuipers 16 jaar of ouder. Strakker handhaven van de leeftijdsgrens van 16 jaar zoals de horeca wil, lost dat probleem dus niet op. In de derde plaats is dronkenschap niet alleen slecht voor zich ontwikkelende hersenen, maar ook voor het sociaal gedrag. Voor jongeren geldt dat nog sterker dan voor volwassenen. In de vierde plaats zal verhoging van de leeftijdsgrens het aantal jonge slachtoffers van alcoholongevallen en alcoholisch geweld flink doen afnemen.
Tenslotte: één leeftijdsgrens voor alle alcohol, schept duidelijkheid. Duidelijkheid voor de verkopers (geen verschillende soorten drank meer), duidelijkheid en morele steun voor ouders, duidelijkheid voor middelbare scholen (geen alcohol meer op schoolfeesten) en duidelijkheid in internationaal verband (inmiddels kennen 18 van de 26 lidstaten van de Europese Unie een grens bij 18 jaar).
Kortom: effectief tegengaan van de alcoholproblemen, vergt zowel een verhoging van de leeftijdsgrens als een verbod op prijsstunten (plus betere handhaving van de leeftijdsgrens). De ene maatregel ruilen tegen de andere zoals de horeca wil, is contraproductief.
Dingeman Korf