“Happy hours” waren oorspronkelijk de stille uurtjes waarin de caféhouder de klandizie probeerde te vergroten door drankjes met korting aan te bieden. Recent onderzoek door Stap heeft laten zien dat die “stille uurtjes” zich regelmatig over de volledige openingstijd van een bepaalde dag uitstrekken.
Een prijsverlaging voor alcohol lokt extra consumptie uit. Onderzoek in 2006 door Universiteit Twente heeft dat nog eens ten overvloede aangetoond. Van de ondervraagde jogeren die regelmatig naar die regelmatig naar de kroeg gaan, verklaarde 55% méér te gaan drinken bij kortingsacties.
Happy hours gaan dus lijnrecht in tegen het alcoholmatigingsbeleid dat de overheid pretendeert te voeren. Een motie die de regering verzoekt om happy hours te verbieden, kreeg dan ook in 2005 een meerderheid in de Tweede Kamer. Bij zijn aantreden verklaarde de huidige minister van VWS, werk te zullen gaan maken van een verbod op happy hours. Anderhalf jaar later verklaarde hij precies het tegenovergestelde.
Het recente onderzoek door Stap, heeft de omvang van het probleem in beeld gebracht. Het onderzoek werd uitgevoerd in vijf grote steden : Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, Nijmegen enGroningen. Dat zijn allevijf studentensteden. Mogelijk worden daar wat meer kortingsacties gehouden dan in andere steden omdat veel studenten graag drinken, maar nogal eens krap bij kas zitten.
Studentensteden zijn echter ook de steden waar door de aanwezigheid van veel jonge studenten, de schade op langere termijn die de happy hours veroorzaken, groter zal zijn. Happy hours zijn hier dan ook minder gewenst dan waar ook.
In totaal werden 261 café’s tweemaal gecontroleerd. In 68 daarvan (26%) werden één of meer kortingsacties voor drank gehouden. Amsterdam scoorde het laagst (15%) en Utrecht het hoogst (38%). De overige steden scoorden dicht bij het gemiddelde van 26 procent. Gezien de geringe aantallen voor de individuele steden, kunnen genoemde percentages procenten naar boven of naar beneden afwijken wanneer alle café’s in die steden onderzocht zouden worden.
Tweederde van de happy hours duurde de volledige openstellingstijd van de betreffende dag. Soms 16 uur achtereen. Het gaat dus allang niet meer om het aantrekken van wat extra klandizie in de stille uurtjes, maar om een structureel verschijnsel : een dag goedkoop drinken. En dat iedere week weer.
De dag goedkoop drinken in het café, is net zo structureel geworden als de week goedkoop bier in de supermarkt. Het enige verschil is dat van de café’s “slechts” 26% meedoet, en van de supermarkten meer dan 90 procent.
Als het minister Klink te doen is om een effectieve aanpak van de alcoholproblematiek, zou hij moeten beginnen om prijsstunts met drank in de supermarkt te verbieden. Mogelijk stopt een deel van de café’s er dan vanzelf ook mee.
Dingeman Korf