Regelmatige cafébezoekers wisten al jaren dat er heel wat kroegen zijn waar ook aan dronken klanten nog geschonken wordt. Dit ondanks het wettelijk verbod daarop. Een klein onderzoek onder 52 kroegen, heeft onlangs laten zien dat bij 50 van hen drank verstrekt werd aan “dronken” proefpersonen. Het onderzoek werd uitgevoerd door Universiteit Twente, in opdracht van STAP.
Artikel 252 van het wetboek van strafrecht verbiedt om “bedwelmende drank” te verkopen of toe te dienen aan personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren. Dat verbod behoort vermoedelijk tot de meest overtreden verboden uit de hele drankwetgeving. Preventieve handhaving van het verbod is ondoenlijk, tenzij men in iedere kroeg een bewakingscamera zou ophangen. Alleen achteraf kan de politie proces-verbaal opmaken, namelijk wanneer iemand met een dusdanig hoog bloedalcoholgehalte een kroeg heeft verlaten, dat met zekerheid gezegd kan worden dat hij ook vóór zijn laatste glas al zichtbaar dronken was.
Het onderzoek naar het doorschenken is uitgevoerd in twee middelgrote steden in Noord-Brabant. Eén of twee professioneel getrainde acteurs gingen een café binnen, gedroegen zich dronken, en bestelden een biertje. De onderzoeker zat al die tijd anoniem achter de bar en nam in zich op wat hij waarnam. In 50 van de 52 bezochte café’s kregen de acteurs zonder enig probleem een biertje geschonken. Eénmaal werd drank geweigerd en éénmaal kreeg de acteur alcoholvrij bier.
Nadat de acteur(s) de kroeg had(den) verlaten, knoopte de onderzoeker een praatje met het barpersoneel aan. Hij vroeg daarbij of zij zich de zojuist vertrokken persoon nog konden herinneren, en of zij hem als “dronken” zouden kwalificeren. Bijna driekwart (73%) van het barpersoneel vond de vertrokken klant “dronken”. Gevraagd naar de redenen om toch door te schenken, kwamen allerlei uitvluchten naar voren zoals “het gebeurt zo vaak dat een gast hier dronken aan de bar staat”.
De publicatie van de uitkomst van het onderzoek, enkele dagen voor Kerstmis, leidde onmiddellijk tot een reactie van de horecabond. Als verzachtende omstandigheid werd aangevoerd dat KHN sinds twee jaar cursussen organiseert voor barpersoneel. Verder de bagatelliserende opmerking dat 85% van de alcoholconsumptie buiten de horeca plaatsvindt (eerder hoorden wij altijd het getal van 80%). En tenslotte het argument “als je echt iets tegen alcoholmisbruik wilt doen, moet je iets doen tegen de zuipketen. Daar zijn er tussen de 3.000 en 3.500 van”. Dit alles neemt echter niet weg dat de horeca zich gewoon aan de wet moet houden.