terug

Hoe jonger begonnen hoe gevaarlijker de gevolgen

Recent onderzoek door een team van de universiteit van Boston onder leiding van dr. R. Hingson, heeft bevestigd wat wij sinds het baanbrekende werk van B.Grant cs. acht jaar geleden al grotendeels wisten. Hoe jonger men begint met alcoholgebruik, hoe groter de kans om verslaafd te raken.

Uit de biologie is bekend dat een schadelijke stof meer effect heeft naarmate het organisme dat eraan wordt blootgesteld minder volgroeid is. Dat geldt ook voor het organisme mens, en ook voor de schadelijke stof alcohol. Vandaar dat alcohol zo bijzonder schadelijk is voor het nog ongeboren kind. Bij volwassenen is alcohol veel minder schadelijk. De vraag is alleen, op welke leeftijd is de mens volwassen met betrekking tot de kans op alcoholschade ?

Het onderzoek onder 28.000 personen waarvan B. Grant en medewerkers van het National Institute on Alcohol Abuse and Alcoholism (NIAAA) in 1998 de resultaten publiceerden, gaf antwoord op de meeste vragen. Iemand die op zijn dertiende begon met min of meer regelmatig alcoholgebruik, had een kans van 47 procent om later problemen met alcohol te krijgen. Uitstel tot het zeventiende levensjaar, deed de kans dalen tot 25 procent. Uitstel tot het éénentwintigste levensjaar, deed de kans dalen tot beneden de tien procent.

Het lijkt er dus op dat iemand rond het éénentwintigste levensjaar volgroeid is met betrekking tot de effecten van alcohol. Ook in neurologisch opzicht is de mens rond de 21-22 jaar volgroeid. Een samenhang tussen die twee gegevens is niet onwaarschijnlijk.

Het nieuwe onderzoek, verricht door dr. Ralph Hingson en medewerkers van de universiteit van Boston, omvatte 43.000 personen. Ruim vijftig procent meer dan het onderzoek van B. Grant cs. De uitkomsten van dat eerdere onderzoek werden volledig bevestigd. Jong beginnen vergroot de kans om later verslaafd te raken. Als gevolg daarvan zijn de jonge beginners sterk oververtegenwoordigd onder de verslaafden. Eén kwart van alle drinkers in het onderzoek, was op zijn zestiende of eerder begonnen met regelmatig drinken. Van de verslaafden was bijna de helft (46 procent) op zijn zestiende of eerder begonnen.

Het onderzoek van Grant cs had zich gericht op het aantonen van een verband tussen de leeftijd van beginnend alcoholgebruik, en de kans op problemen later in het leven. Het nieuwe onderzoek van Hingson cs, zocht ook naar het wanneer en hoe daarvan.

Zo constateerden zij dat vroeger beginnen met drinken niet alleen de kans om verslaafd te raken vergrootte, maar ook leidde tot sneller verslaafd raken. De kans om voor het vijfentwintigste levensjaar verslaafd te raken, nam zoals verwacht werd enorm toe. Logisch, want iemand die pas op zijn éénentwintigste (de wettelijke leeftijdsgrens in veel staten van de VS) begint met drinken, kan redelijkerwijs nauwelijks verslaafd raken voor zijn vijfentwintigste. Echter, ook de kans om binnen tien jaar na het beginnen met drinken verslaafd te raken, nam enorm toe wanneer men op jongere leeftijd begon.

Was de vraag naar het wanneer van de problemen gemakkelijk op te lossen, meer moeite gaf de vraag naar het hoe. De cruciale vraag was : is het verhoogde risico op latere problemen een gevolg van het vroege beginnen, of is het vroege beginnen met drinken een kenmerk van een persoonlijkheid die structureel een grotere kans op verslaving loopt ? Met andere woorden : zet alcohol in de nog onvolgroeide (en dus onvoldoende beveiligde) hersenen een knop om waardoor de kans op verslaving toeneemt ? Of is het vroege beginnen een signaal van een al bestaande verslavingsgerichte persoonlijkheidsstructuur ?

Om hier een antwoord op te vinden, moest voor alle bekende risicofactoren gecorrigeerd worden. De bijdragen van verslaving in de familie, van verwaarlozing als kind, van asociaal gedrag als kind, en van gebruik van drugs of tabak, moesten geëlimineerd worden. Ook na eliminatie van die factoren, bleef vroeg beginnen met regelmatig alcoholgebruik sterk gerelateerd aan de kans op latere verslaving. Vroeg beginnen met alcohol vergroot dus de kwetsbaarheid van de persoonlijkheid.

De uitkomst van het onderzoek van Hingson cs krijgt nog meer gewicht, bezien in het licht van het rapport van 2005 over risicogedrag onder jongeren in de VS. Dat rapport vermeldt dat van de high school studenten, 26 procent zijn eerste alcoholische consumptie dronk vóór de leeftijd van 13 jaar. Let wel, een heel glas, niet een slokje uit het glas van vader of moeder.

Hingson en medewerkers concluderen dan ook dat het hoog tijd wordt om maatregelen tegen het te jong drinken te nemen. Hun onderzoek heeft laten zien dat uitstel van het beginnen met drinken, niet alleen problemen voorkomt in de jaren dat men nog niet drinkt, maar vooral veel problemen in latere jaren.

Dingeman Korf