terug

Nederland heeft alcoholvriendelijk beleid

Als alcohol vandaag uitgevonden zou worden, zou het bedrijfsleven dan toestemming krijgen om dat nieuwe product op de markt te brengen?

De vraag stellen is hem beantwoorden. Alcohol zou geen schijn van kans maken. Nieuwe producten bedoeld om gegeten of gedronken te worden (geneesmiddelen, zoetstoffen, emulgatoren, enz.), moeten aan strenge eisen voldoen om op de markt toegelaten te worden. Wanneer het bijvoorbeeld om een geneesmiddel gaat dat het risico van verslaving met zich brengt, dan komt het (als het al wordt toegelaten), per definitie onder de opiumwet te vallen. Een verslavende zoetstof zou geen schijn van kans maken.

Alcohol valt echter niet onder de opiumwet. Hij is vrij op de markt verkrijgbaar. Je hoeft alleen maar de leeftijd van 18 jaar bereikt te hebben, om hem in alle varianten en alle sterktes te kunnen kopen. Alcohol is al minstens tweeduizend jaar onderdeel van ons cultuurpatroon. De verkrijgbaarheid van alcohol is zoals dat genoemd wordt, een historische verworvenheid.

Aan historische verworvenheden wil geen regering tornen. Dat kan een revolutie ontketenen. Het is vaak ook niet nodig. Als er maar sprake is van een kritische, humane en sociale houding. Dan raken sommige van die historische verworvenheden vanzelf uit de gratie en verdwijnen.

Een beschaving die niet wil verstarren, moet zich kritisch opstellen tegenover historische verworvenheden. Ook de slavernij was eens een historische verworvenheid. De oude Grieken en Romeinen hadden al slaven. Maar geleidelijk raakte slavernij uit de gratie en verdween.

Van een kritische en maatschappijgerichte houding tegenover alcohol, is de afgelopen halve eeuw in ons land geen sprake geweest. Dat wordt vooral duidelijk wanneer wij de houding tegenover alcohol vergelijken met die tegenover cannabis en tabak. Drie genotmiddelen, waartussen zowel publieke opinie als overheidsbeleid enorme verschillen menen te moeten zien. Daarbij is duidelijk dat de alcohol het vriendelijkst bejegend wordt.

Die vriendelijke bejegening heeft de alcohol zeker niet verdiend. Tussen de 250.000 en 300.000 Nederlanders moeten als verslaafd aan alcohol beschouwd worden. Zij kunnen niet meer buiten hun portie alcohol. Voor henzelf, maar vooral voor hun omgeving brengt dat veel angsten, zorgen en ellende mee. Daarnaast hebben wij nog eens 600.000 landgenoten die zichzelf schade berokkenen door hun alcoholgebruik.

Kan een samenleving die respect voor de mens en voor de menselijke waardigheid in zijn vaandel heeft staan, eigenlijk wel tolereren dat er in zijn midden een probleem bestaat waardoor de menselijke waardigheid van zovelen vernietigd wordt ? Accepteren wij een regering die bij alle goede bedoelingen, toch telkens weer wijkt voor de druk van de belanghebbende industrie ? En kunnen wij anderen bewegen om althans een klein beetje kritischer te worden tegenover alcohol?


dr.ir. D. Korf