De gemiddelde wijndrinker is niet in staat om wijn van minder dan 7 euro per fles te onderscheiden van wijn die zes keer zo duur is. Aldus de uitkomst van een test uitgevoerd onder leiding van professor R. Wiseman van de universiteit van Hertfordshire.
Aan de smaaktest werd deelgenomen door 578 willekeurige vrijwilligers uit de bezoekers van het Edinburgh Science Festival. Zij kregen zowel rode als witte wijnen te proeven, en van elke soort een goedkope en een dure versie. Het betrof wijnen uit Frankrijk, Italië en Spanje, alsmede een goedkope en een dure champagne.
Volgens de wetten van de kansberekening zou iemand die niet proeft maar gokt, in vijftig procent van de gevallen het juiste antwoord geven. De uitkomst van de smaaktest bleek eveneens in 50% van de gevallen correct te zijn. Psycholoog Wiseman concludeert daaruit dat de gemiddelde consument niet in staat is dure van goedkope wijnen te onderscheiden. In tijden van economische recessie is er voor hem dus alle reden om voor de goedkope te kiezen. Wie kiest voor de dure variant, betaalt voor een dure naam, betaalt dus in feite extra voor het etiket. En etiketten kun je niet opdrinken.
Het onderzoek van Wiseman heeft het wetenschappelijk gefundeerde bewijs geleverd voor wat uit diverse simpele smaaktesten al eerder was gebleken. De romantische kretologie van de vinologen, hun gewichtigdoenerij, is aan de gemiddelde consument niet besteed. Slechts weinigen kunnen heel nauwkeurig proeven. Maar dat geldt niet alleen voor wijn. Er zijn ook mensen die aan de melk kunnen proeven of de koe gras van veengrond, van zand of van klei heeft gegeten. Maar daar wordt niet zo gewichtig over gedaan.