Van oudsher hebben de commerciële afdelingen van bedrijven een ontvangkamer (ook wel vergaderkamer geheten), waar leveranciers en afnemers ontvangen worden. Meestal een redelijk grote ruimte, waar met delegaties (ook met bijv. de ondernemingsraad) vergaderd kan worden. De afgelopen jaren is echter bij tal van bedrijven (vooral internetbedrijven) de ontvangkamer vervangen door een “bedrijfscafé”.
Een jaar of zeven geleden is het fenomeen bedrijfscafé ontstaan in de sector van software en telecommunicatie bedrijven. Men wilde in een wat meer informele sfeer praten met vooral de afnemers. Maar daarbij wilde men niet het risico lopen afgeluisterd te worden, zoals in commerciële café’s en restaurants gemakkelijk kan gebeuren. Dus bleef men binnen het eigen bedrijf.
Hoewel het bedrijfscafé zijn oorsprong vindt in de nogal informele sfeer waarin bij veel IT-bedrijven gewerkt en gecommuniceerd wordt, is het idee ook aangeslagen bij veel formelere bedrijfstakken als advocatenkantoren en banken. Heel vroeg erbij, al in 1996, was Trénité van Doorne in Amsterdam, een kantoor van advocaten en belastingadviseurs. En in het april 2000 geopende kantoor van de Rabobank in Groningen bevindt zich eveneens een bedrijfscafé. Maar zijn grootste verbreiding vindt “de kroeg op het werk” nog steeds in de sector IT (informatie technologie).
Het bedrijfscafé moet niet verward worden met het bedrijfsrestaurant. Het bedrijfscafé is ingericht als een echt café, inclusief een bierpomp. De regels voor het gebruik verschillen per sector. Bij de banken en advocatenkantoren is het vooral een vervanger van de traditionele ontvangkamer. Het eigen personeel heeft er in de regel alleen toegang bij recepties en andere feestelijke bijeenkomsten, en bijvoorbeeld bij een gezamenlijke maandafsluiting.
In de IT-sector gaat het er ook in dit opzicht wat informeler aan toe. Vaak kan men er de hele dag in het café binnenlopen, bijvoorbeeld om iets met een paar collega’s te bespreken. Meestal is de bar dan onbemand en op slot. Alleen bij de koffieautomaat kan men dan iets te drinken krijgen. Want voor alcohol onder werktijd, zijn de meeste werkgevers (gelukkig) nog altijd wat huiverig, zelfs in de IT-sector.
Bij internetbedrijf Buyonline in de Bijlmer is het bedrijfscafé de hele dag toegankelijk. En het is zelfs voorzien van een biljart. Bij Detron in Zaltbommel is er iedere vrijdag aan het eind van de dag een gezamenlijke weekafsluiting waarbij de bar open is. De kroon spant internetbedrijf Jamby. Daar is de bar in principe altijd open, en mogen de werknemers zelfs een jointje roken in het bedrijfscafé.
Bedrijven die over een eigen café beschikken, behoeven daar in de regel geen vergunning voor te hebben. Pas wanneer men er bedrijfsmatig alcohol schenkt, is een vergunning verplicht. Van bedrijfsmatig schenken is sprake wanneer de bezoekers moeten betalen voor hun consumpties. Zolang drankjes gratis verstrekt worden, kan de werkgever zijn gang gaan. Zowel om financiële redenen als om redenen van arbeidsproductiviteit, heeft de werkgever er belang bij dat het niet uit de hand loopt. Vandaar de vrij strenge reglementering rond de toegang tot het bedrijfscafé in de klassieke bedrijfstakken.
Volgens sommigen is het bedrijfscafé een rage die wel weer over zal waaien, een beetje geënt op het Japanse idee van het bedrijf als één “big happy family”. Europeanen zouden bij het einde van de werktijd al teveel naar hun privacy verlangen. Wel is het natuurlijk zo dat een café op het bedrijf, de werknemers vertrouwd maakt met de gewoonte om in een café te vertoeven. Dat zou op den duur hun alcoholconsumptie wel eens kunnen doen toenemen.
Dingeman Korf