Een fietser is net zo goed een verkeersdeelnemer als een automobilist. Rijden onder de invloed van alcohol, is ook op de fiets niet toegestaan. Steeds meer alcoholbeluste figuren nemen echter de fiets in plaats van de brommer of de auto als zij ergens gaan drinken. De politie gaat meer aandacht aan hen schenken.
Dronken fietsers zijn een gevaar in het verkeer. Voor zichzelf, maar ook voor anderen. De kans op een ongeval is voor fietsers en bromfietsers zelfs groter dan voor automobilisten omdat zij ook nog eens hun evenwicht moeten bewaren op twee wielen. De ernst van de verwondingen neemt echter af naarmate de snelheid lager is. Daarom pakken steeds meer uitgaanders de fiets.
Bij de grote alcoholcontroles door de politie worden gewoonlijk alleen automobilisten en motorrijders aangehouden. Die controles worden vaak aan uitvalswegen van steden, of aan de hoofdrijbaan van provinciale wegen gehouden, zodat er alleen maar auto’s en motorfietsen en een enkele verdwaalde bromfietser aangehouden kunnen worden. Die grote controles krijgen ook veel publiciteit. Verkeer op fietspaden wordt tot nu toe zelden gecontroleerd op alcohol (wèl op verlichting).
Bij de voorlichtingsacties tegen alcohol in het verkeer, heeft de nadruk van oudsher eveneens op automobilisten gelegen. De oudste slagzin van Veilig Verkeer was : “geen alcohol bij snelverkeer”. Het gevaar dat alcohol oplevert in het gemotoriseerde verkeer is door dit alles redelijk doorgedrongen tot het algemeen bewustzijn. Van het gevaar bij fietsen of paardrijden is het publiek veel minder doordrongen. Wettelijk geldt echter ook voor hen een grens van 0,5 promille.
Een fiets mag dan gewoonlijk wel een lage snelheid hebben, maar wanneer een dronken fietser een botsing met een normaal rijdende auto veroorzaakt, kan de botsing evenzogoed dodelijk zijn. Vooral voor de fietser. Maar als de automobilist in een poging de fietser te ontwijken tegen een boom knalt, over de kop gaat of het water inrijdt, kunnen ook bestuurder en/of inzittenden omkomen.
Onlangs bekeurde de Amsterdamse politie een 32-jarige dronken fietser die een botsing met een taxi had veroorzaakt. In Dordrecht arresteerden agenten begin september een 41-jarige fietser die het verkeer in gevaar bracht doordat hij zonder zichtbare aanleiding omviel en languit op de weg smakte. Als er achter hem een auto had gereden, was die dwars over hem heen gegaan. De dronken fietser bleek in het bureau een promillage van maar liefst 2,4 te blazen.
In 2006 kwamen 216 fietsers om in het verkeer. Een jaar eerder waren dat er 181. Helaas geven de landelijke statistieken niet aan bij hoeveel van die gevallen alcohol in het spel was. Volgens de politie is er echter duidelijk sprake van een toename van het dronken fietsen. Vandaar dat men daartegen meer actief wil gaan optreden.
Concrete, gedetailleerde cijfers over aantal en aard van de verwondingen bij alcoholische fietsongevallen, zijn te vinden in een bijna 14 jaar oude publicatie van de sectie Traumatologie van het Academisch Ziekenhuis in Groningen. Wij schonken daar maart 1994 aandacht aan in dit blad, en schreven toen “de politie zou zich trouwens wel wat meer mogen inzetten om dronken fietsers uit het verkeer te halen”. Ruim 13 jaar later lijkt onze constatering eindelijk breder gedeeld te worden.
Volgens genoemde publicatie had in 1992 van de gewonde fietsers die naar het ziekenhuis kwamen, 11,2 procent alcohol in zijn of haar bloed. Bij de nachtelijke ongevallen, tussen 10 uur ’s avonds en 6 uur ’s morgens, had echter tweederde van de gewonde fietsers alcohol in het bloed. Ongevallen overdag betroffen vaak woon-werkverkeer of huis-schoolverkeer, en daarbij was nauwelijks sprake van alcoholinvloed.
Onder de slachtoffers van alcoholische fietsongevallen waren mannen sterk oververtegenwoordigd. En binnen die groep was de leeftijdsklasse van 20 tot 29 jaar weer sterk oververtegenwoordigd. Uitgaanspubliek dus, studenten en “stappers”.
De meeste fietsongevallen waarbij alcohol in het spel is, zijn eenzijdige ongevallen. Het benevelde rijgedrag berokkent dan alleen schade aan de drinker zelf. Typische voorbeelden zijn : vallen wanneer men (schuin) tegen een stoeprand oprijdt, van het fietspad af de berm in rijden en dan vallen, tegen een boom of (doorn)struik belanden, of in het water raken, tegen geparkeerde auto’s rijden en dergelijke. Bij heel hoge alcoholpromillages vallen fietsers soms gewoon omver.
Alcohol tast de werking van hersenen en zenuwstelsel aan. Daardoor worden allerlei functies ervan minder accuraat of minder effectief uitgevoerd. Zo neemt de reactietijd toe, neemt het inschattings-vermogen voor situaties en snelheden af, vermindert het evenwichts-gevoel en verslechtert de spiercoördinatie.
De verwondingen bij alcoholische eenzijdige fietsongevallen, zijn licht tot matig. Ziekenhuisopname komt slechts bij uitzondering voor. Schaaf- en snijwonden aan gezicht, armen en benen komen het meest voor. Althans bij degenen die naar de Eerste Hulp komen. Vermoedlijk komen blauwe plekken nog veel vaker voor, maar daarmee gaat niemand naar het ziekenhuis. Daarnaast komt breuk van sleutelbeen, opperarmbeen, pols of rib voor, evenals (meestal lichte) hersenschudding.
De politie gaat meer aandacht schenken aan het handhaven van de promillagegrens bij fietsers. Bij meer dan 0,5 promille alcohol in het bloed, bedraagt de boete 85 euro. Dat bedrag kan verdubbeld worden wanneer men de verkeersveiligheid in ernstige mate in gevaar brengt. De caféfietsers zijn gewaarschuwd!
Dingeman Korf