De zomer is weer op komst. In allerlei bladen verschijnen aanbevelingen om lelijke vetrolletjes weg te werken voordat men zich weer schaars gekleed aan den volke vertoont. Het simpele advies om de dikmaker alcohol zoveel mogelijk uit het consumptiepatroon te schrappen, is daarbij opvallend vaak afwezig.
Het begrip “bierbuik” is al eeuwenlang bekend in heel Europa. Merkwaardigerwijs spreekt men in Nederland nooit van een wijnbuik of een jeneverbuik. Het publiek maakt onderscheid tussen bierdrinkers enerzijds en drinkers van andere dranken anderzijds. Bierdrinkers zouden dik worden en jeneverdrinkers juist mager. Daar zit een kern van waarheid in, maar die berust niet op een verschil tussen de ene en de andere alcohol. Alcohol maakt dik onafhankelijk van de drank waarin hij genoten wordt.
Bier bevat naast alcohol ook nog andere dikmakers. In de eerste plaats koolhydraten afkomstig uit de gerst. Die maken dat bier veel calorieën bevat (evenals zoete wijn trouwens). In de tweede plaats bevat bier smaakstoffen met dikmakende, hormoonachtige werking afkomstig uit de gebruikte hop. Bier werkt dus drievoudig dikmakend. Men wordt daardoor sneller dik van bier dan van andere dranken.
Consumenten van forse hoeveelheden sterke drank, hebben vaak last van geïrriteerde slijnvliezen van maag en slokdarm. Dat remt hun eetlust, zodat het dikmakende effect van de alcohol gecompenseerd wordt door het vermagerende effect van de slijmvliesaantasting. Wijn tast de slijmvliezen nauwelijks aan. In landen waar vrijwel alle alcohol in de vorm van wijn wordt genoten, kent men wel degelijk ook de “wijnbuik”.
Alcohol maakt dik
Wanneer iemand alcohol drinkt, gaat zijn lever meteen aan de slag om die alcohol zo snel mogelijk weer uit het lichaam te verwijderen. Andere werkzaamheden van de lever worden daarvoor tijdelijk stilgelegd. Alcohol wordt door het lichaam gezien als een giftige stof. Het verwijderen van vergiften krijgt in de stofwisseling altijd voorrang boven andere taken. De snelheid waarmee een vergift verwijderd wordt, kan namelijk beslissend zijn voor het verschil tussen overlijden of overleven.
Zolang er alcohol in het bloed aanwezig is, ligt de vetverbranding in de lever stil. Vet is voor het lichaam een brandstof voor warmteproductie. Het ligt in het lichaam opgeslagen in de vorm van vetreserves. Van die reserves wordt voortdurend vet verbruikt. Door iedere maaltijd met vet worden de reserves weer aangevuld. Als de vetverbranding vaak stil ligt, zullen de reserves in omvang toenemen. Men wordt dan dikker.
Als de vetverbranding stil ligt, loopt het vetgehalte van het bloedserum op. Daardoor vindt er afzetting van vet plaats op plaatsen waar het niet hoort, bijvoorbeeld in de lever. Regelmatig alcoholgebruik leidt tot vervetting van de lever. Volledig stoppen met alcoholgebruik kan die vervetting weer ongedaan maken.
De hopbestanddelen in bier zorgen daarnaast voor afzetting van vet op “vrouwelijke” plaatsen, zoals borst, heupen en bovenbenen. Consumptie van bier met veel hopbestanddelen leidt daardoor bij mannen tot vervrouwelijking van hun figuur.
Gaat men door met fors alcoholgebruik, dan kan leververvetting overgaan in levercirrhose. Daarbij neemt bindweefsel de plaats in van leverweefsel. Dat is een onomkeerbaar proces, dat het functioneren van de lever op een lager niveau brengt. Onthouding van alcohol kan het voortschrijden van de cirrhose uitsluitend tot stilstand brengen, genezing is niet mogelijk. Wie ondanks een bestaande levercirrhose doorgaat met alcohol te drinken, sterft uiteindelijk een pijnlijke dood.
Ook koolhydraten beperken
Dranken als bier en zoete wijn bevatten niet alleen de dikmaker alcohol, maar ook nog eens veel koolhydraten. Bier bevat dextrinen, koolhydraten gevormd door gedeeltelijke afbraak van gerstemeel. Die leveren een groot aantal calorieën. Zoete wijn levert ook een groot aantal calorieën. In dit geval afkomstig van de niet-vergiste suikers uit de vruchten waarvan de wijn gemaakt is.
Het lichaam gebruikt koolhydraten voornamelijk voor het leveren van spierarbeid en voor het produceren van wamte. Voor elke beweging verbruikt het lichaam koolhydraat. De calorieën uit koolhydraten raakt men daarom gemakkelijker weer kwijt dan die uit de alleen maar warmte leverende vetten.
Koolhydraten die niet direct gebruikt worden door het lichaam, worden opgeslagen voor later gebruik. Die opslag vergt ruimte, men wordt dus dikker. Bijzonder dikmakend is advocaat. Dat product bevat alcohol, vetten, koolhydraten en ook nog eens cholesterol.
De beste drank om af te slanken is water: mineraalwater of kraanwater. Dat levert in het geheel geen calorieën, en mist ook de dikmakende werking van alcohol. Direct daarna komen koffie en thee zonder suiker. Dat zijn zeer verdunde oplossingen van geur- en smaakstoffen in water. Calorieën zitten er bijna niet in.
Vervanging werkt dubbelop
Vervanging van alcoholhoudende dranken door de overeenkomstige alcoholvrije, werkt dubbelop bij het afslanken. Aan de ene kant vermijdt men de dikmakende werking van alcohol. Aan de andere kant krijgt men met die alcoholvrije dranken aanzienlijk minder calorieën binnen.
Een glas gewoon bier bijvoorbeeld, levert afhankelijk van de soort tussen de 120 en 200 kcal. Een glas alcoholvrij bier daarentegen slechts 40 tot 70 kcal. Alleen al door van “pils” op “malt” over te schakelen, kan men het aantal calorieën dat men binnenkrijgt drastisch beperken.
Bij wijn zien wij hetzelfde. Een glas wijn kan tussen de 110 en 220 kcal. bevatten. Zoete wijn levert zoals verwacht de meeste calorieën, 160 tot 220 kcal. Likeur is vergelijkbaar met zoete wijn, en levert per glas ook meestal rond de 200 kcal. Droge wijn vaak tussen de 110 en 130 kcal. Een glas alcoholvrije wijn levert daarentegen niet meer dan 30 tot 90 kcal. Ongezoete vruchtensappen vrijwel hetzelfde : 20 tot 90 kcal per glas. Ook hier levert overschakelen van alcoholhoudend op alcoholvrij een forse vermindering op van het aantal calorieën dat men binnenkrijgt.
Vervanging door alcoholvrij werkt ook op een andere manier dubbelop. Water lest de dorst, alcohol vergroot de dorst. Wie van pils op malt overgaat, zal een paar glazen minder gaan drinken. Wie van wijn op vruchtensap overgaat, zal het aantal glazen eveneens verminderen. Van mineraalwater zal men trouwens het minst drinken, omdat dit de dorst het beste lest. Ook voor de portemonnaie is overgaan op alcoholvrij dus gunstig.
Simpelweg overgaan op alcoholvrij kan dus al voldoende zijn om merkbaar af te slanken.
Dingeman Korf