terug

Staatssecretaris wil geen verbod op happy hours

In zijn brief van 6 mei aan de Tweede Kamer, verklaart staatssecretaris Van Rijn een wettelijk verbod op happy hours niet nodig te vinden. Elke gemeente die zo’n verbod wenst, kan dat plaatselijk regelen in zijn Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De landelijke overheid moet zich daar buiten houden.

In de brief van de staatssecretaris lezen wij: “Uit het onderzoek is verder gebleken dat ongeveer de helft van de gemeenten gebruik maakt van de optionele bepaling uit de DHW om happy hours te verbieden”. De andere helft van de gemeenten maakt er dus geen gebruik van. En laten dat nou juist de grotere gemeenten zijn. Dat wordt hier niet bij vermeld, maar is elders wel te vinden. Het zijn vooral de gemeenten met minder dan 30.000 inwoners die een verbod op happy hours in hun APV hebben opgenomen. De overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking kan zich dus nog steeds tegen gereduceerde prijs laten vollopen.

De staatssecretaris vervolgt met: “Daaruit maak ik op dat gemeenten er behoefte aan hebben dit instrument in te zetten binnen hun alcoholbeleid, en zij er ook daadwerkelijk gebruik van maken. Ik acht het daarom niet noodzakelijk dat ik een verbod op happy hours in nationale wet- en regelgeving opneem”. Die argumentatie is niet steekhoudend. Je zou net zo goed een tegengestelde conclusie kunnen trekken. Als de gemeenten behoefte hebben aan het instrument van een verbod op happy hours, waarom het dan niet meteen op landelijk niveau geregeld ? Wat is trouwens de rol van de plaatselijke horeca geweest bij het tot stand komen van die APV’s ?

Staatssecretaris Van Rijn danst hiermee volledig naar de pijpen van zijn minister. Die heeft haar afkeer van regelgeving op alcoholgebied de afgelopen jaren duidelijk doen blijken: “Volwassen mensen zijn heel goed in staat zelf hun leven in te richten”. Dat zij daarmee soms hun gezondheid, hun welzijn of hun carrière verwoesten, of nog erger, die van hun medemensen, daar heeft de wetgever niets mee te maken. Er is toch een leeftijdsgrens ? En vanaf je achttiende moet je het zelf maar uitzoeken, dan ben je volwassen. Aan het eind resulteert altijd nog het vangnet van de gezondheids- en verslavingszorg.

Geen verbod op happy hours dus. Dit lokkertje moet in stand gehouden worden, voor mensen die eigenlijk niet van de drank af kunnen blijven maar er soms wel tekort geld voor hebben.

Door de beslissing aan de gemeenten te laten, werkt de overheid alcoholtoerisme in de hand. “Kunnen wij in Halfweg nergens goedkoop drinken, dan gaan wij toch naar Amsterdam ? ” Het resultaat is meer dronken verkeersdeelnemers. En de vraag mag gesteld worden of de gezondheid in de ene gemeente minder bescherming waard is dan in de andere gemeente. Meer bescherming in de dorpen dan in de steden bijvoorbeeld ?

Happy hours toestaan tenslotte, betekent gezondheid en verkeersveiligheid opofferen aan de winsten van de verkopers.

Dingeman Korf