Van oudsher is bekend dat vrouwen sneller dronken worden dan mannen. Dat werd altijd geweten aan een geringer lichaamsgewicht. Recent onderzoek aan het ZSG in Mannheim heeft aangetoond dat daarnaast de vrouwelijke hersenen ook gevoeliger zijn voor alcohol dan de mannelijke.
Alcohol is volledig mengbaar met water. Wanneer een mens alcohol drinkt, komt die alcohol overal in het lichaam waar water aanwezig is. Alleen vetweefsel blijft vrij van alcohol. De waterige weefsels en -organen vormen gezamenlijk het verdelingsvolume voor de geconsumeerde alcohol. In principe geldt hoe hoger het lichaamsgewicht, hoe groter het verdelingsvolume, mits het percentage vetweefsel gelijk blijft. Iemand met een lichaamsgewicht van 65 kg, bereikt met behulp van een gegeven hoeveelheid alcohol een tweemaal zo hoog promillage als iemand met een lichaamsgewicht van 130 kg.
Vrouwen hebben procentueel meer vetweefsel dan mannen. Bij gelijk lichaamsgewicht is het verdelingsvolume voor alcohol bij een vrouw dus kleiner dan bij een man. Een gegeven hoeveelheid alcohol bezorgt haar dus een hoger bloedalcoholgehalte. Bovendien is het gemiddelde lichaamsgewicht van vrouwen kleiner dan dat van mannen. Het ligt dus voor de hand dat vrouwen minder glazen alcohol nodig hebben om dronken te worden dan mannen, eerder leverschade oplopen, enzovoorts.
Tot zover de vanouds bekende feiten. Recent onderzoek aan het Zentralinstitut für seelische Gesundheit in Mannheim, heeft nu aangetoond dat vrouwen daarnaast een hogere specifieke gevoeligheid voor alcohol vertonen. Met andere woorden, een gelijk bloedalcoholgehalte (promillage) heeft meer effect op vrouwelijke hersenen dan op mannelijke hersenen.
Tot nu toe hadden de meeste onderzoekers van hersenbeschadiging door alcohol, geen onderscheid gemaakt tussen
mannen en vrouwen. Het onderzoeksteam uit Mannheim, onder leiding van prof. Karl Mann, heeft ontdekt dat er wezenlijke verschillen zijn tussen die twee. Zij onderzochten de hersenen van mannelijke en vrouwelijke patiënten met behulp van de moderne techniek van de computertomografie (CT-scans).
Bekend was het feit dat bij alcoholisten het hersenvolume afneemt. Mann en medewerkers hebben nu aangetoond dat die afname bij vrouwen sneller verloopt dan bij mannen. Terwijl veel mannelijke alcoholverslaafden heel geleidelijk steeds meer hersenschade oplopen, verloopt dit proces bij vrouwen sneller en drastischer. Althans wanneer mannen en vrouwen even eerlijk zijn met betrekking tot de vermelding van het aantal jaren van zwaar drinken en van de gedronken hoeveelheden.
De verslaafde patiënten werden voor een ontwenningskuur van zes weken in een gespecialiseerd centrum opgenomen. Hun hersenvolume werd berekend met behulp van de tomografie-computer. Die berekening werd met regelmatige tussenpozen herhaald tijdens het ontwenningsproces, en daarna nog enkele malen polyklinisch.
Bij patiënten die na de kuur “droog” bleven, trad (gedeeltelijk) herstel op. Het hersenvolume nam weer toe. Ook het functioneren van de hersenen verbeterde. De auteurs menen dat dit te danken is aan het inschakelen van reserve hersencellen ter vervanging van de afgestorven cellen. De daartoe nodige verbindingen door nieuwe zenuwcellen, doen het hersenvolume toenemen. Onderzoekers van het Karolinska Institutet in Stockholm hebben onlangs laten zien dat alcohol de nieuwvorming van zenuwcellen in de hersenen intensiveert.
De onderzoekers van het Mannheimer instituut constateren verder dat in Duitsland het aantal vrouwelijke alcoholverslaafden veel sneller toeneemt dan het aantal mannelijke. Was vijftien jaar geleden de verhouding nog één vrouw tegenover vier mannen, tegenwoordig is dat één vrouw tegenover twee mannen. Omdat vrouwen gevoeliger zijn voor alcohol dan mannen, zal tegen de tijd dat de vrouwen net zo drinken als de mannen, het aantal vrouwelijke verslaafden dat van hun mannelijke lotgenoten overtreffen.
Er is één lichtpuntje: stoppen met drinken loont. Herstel is mogelijk, en hoe eerder gestopt wordt met drinken, hoe vollediger het herstel zal zijn.
Dingeman Korf