Veilig Verkeer Nederland wil dat de limiet voor alcohol in het verkeer fors wordt verlaagd. Wie alcohol gedronken heeft, hoe weinig ook, behoort niet meer achter het stuur plaats te nemen. Daarom wil VVN een grens van 0,2 promille.
Ervaren bestuurders mogen nu nog maximaal 0,5 promille alcohol in hun bloed hebben wanneer zij aan het verkeer deelnemen. Voor beginnende bestuurders (korter dan 5 jaar in het bezit van een rijbewijs) geldt een grens van 0,2 promille.
De grens van 0,5 promille wordt bereikt na twee tot drie glazen drank, afhankelijk van de snelheid van drinken en van het lichaamsgewicht van de drinker. De grens van 0,2 promille wordt soms na één glas drank bereikt, maar soms ook niet. Wie één glaasje drinkt en daar de hele avond over doet, blijft beneden de grens van 0,2 promille. Wie dat ene glas binnen tien minuten leegdrinkt, en bovendien gezegend is met een laag tot normaal lichaamsgewicht, gaat gegarandeerd over de grens heen.
Omdat het bereiken van de grens wat onduidelijk ligt, zijn er altijd mensen die gaan sjoemelen. Zij beweren dat zij goed tegen alcohol kunnen, gaan na drie glazen rijden, en zijn dan verbaasd dat zij met 0,6 promille geverbaliseerd worden.
VVN wil die onduidelijkheid kwijt, en wil daarom het rijden onder de invloed van alcohol volledig uitbannen. Alcohol in het verkeer kost jaarlijks zo’n 180 à 200 mensen het leven. Dat vindt de verkeersorganisatie onaanvaardbaar. Daarom pleitte men begin december voor volledige uitbanning van drank uit het verkeer. VVN wil in het verkeer een nullijn voor drank en drugs, en voor medicijnen die de rijvaardigheid verminderen.
Om alcoholinvloed uit het verkeer te weren, stelt VVN voor dat ook ervaren bestuurders verplicht worden om zich aan de grens van 0,2 promille te houden. Eén alcoholgrens voor beginnende bestuurders, ervaren bestuurders en piloten. Ideaal zou zijn een grens van 0,0 promille, maar die is onmeetbaar en onbereikbaar.
Nul is onmeetbaar omdat nul in de fysieke werkelijkheid betekent : niet aantoonbaar. Nul betekent dus : beneden de grens van waarneembaarheid. Er kan dus nog wel alcohol aanwezig zijn, maar die kun je niet meer zien. Afhankelijk van de apparatuur waarmee je alcohol probeert op te sporen, kan de grens van waarneembaarheid verschillend liggen. Een grens van nul is dus een grens die varieert met de gebruikte opsporingsapparatuur.
Een grens van nul promille is ook in de praktijk onbereikbaar. In de natuur komen uiterst geringe hoeveelheden alcohol op allerlei plaatsen voor. Om daar niet door vergiftigd te worden, beschikken levende wezens over een enzym dat alcohol kan afbreken. In drank zit echter veel meer alcohol dan het enzym in korte tijd aankan.
Een bekend voorbeeld van alcohol in de natuur is dat van overrijp fruit. Met name in overrijpe peren en bananen zitten meetbare hoeveelheden alcohol. Na daar flink van gegeten te hebben, is met moderne apparatuur alcohol in het bloed aantoonbaar.
Om een grens te leggen tussen opzettelijk alcohol drinken en per ongeluk alcohol binnen krijgen, zou in het verkeer een promillagegrens van 0,1 moeten gelden. Wie een glaasje drinkt komt daar altijd boven, wie een overrijpe peer eet blijft daar altijd vèr onder. Jammer dat VVN niet van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om voor een grens van 0,1 promille te pleiten.
Dingeman Korf