De risico’s van het gebruik van soft-drugs zijn in Nederland lange tijd gebagatelliseerd. Aantasting van longen en luchtwegen door de teer uit de rook van de stickies, was zo ongeveer het enige dat men bereid was te erkennen. De laatste jaren zijn de risico’s voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid, alsmede voor de verkeersveiligheid, meer en meer erkend.
Hasj en wiet, de producten van de Indische hennep (Cannabis sativa), worden in Nederland al meer dan veertig jaar gebruikt. Gebruikers hebben altijd heftig ontkend dat aan het gebruik risico’s verbonden zouden zijn. En omdat die risico’s pas na langdurig gebruik en slechts bij een beperkt deel van de gebruikers zichtbaar worden (net als bij alcohol overigens), hebben al te velen de gebruikers op hun woord geloofd. Nederland heeft niet willen leren van de ervaringen in landen waar hennepproducten al eeuwenlang als genotmiddel gebruikt worden en de risico’s goed bekend zijn (Noord-Afrika, Midden Oosten).
Gebruikservaring levert geen deskundigheid
Veel Nederlandse opiniemakers en politici hebben destijds blindgevaren op de beweringen van de gebruikers. Die werden van gebruiker plotseling ervaringsdeskundige. Dat verleende aan hun beweringen meer gewicht.
Enkele maanden, hooguit een paar jaar ervaring met het gebruik van hasj of wiet zonder daarvan nadelige gevolgen te ondervinden, vormt echter geen enkel bewijs voor de onschadelijkheid van die stoffen. Dergelijke gebruikers kennen de effecten op lange termijn (nog) niet. En individuele gevallen zeggen niets over effecten op de volksgezondheid.
Omdat cannabisgebruik in de zestiger jaren nog nieuw was voor Nederland, waren gezondheidsdiensten en verslavingszorg niet attent op het herkennen van de gevolgen. Pas tegen het eind van de tachtiger jaren kwamen de problemen in de statistieken van de (geestelijke) gezondheidszorg naar voren. Het aantal verslaafden dat zich jaarlijks bij de CAD’s meldde, bedroeg destijds enkele honderden. Inmiddels zijn het er ettelijke duizenden. Bij de verslavingszorg melden zich ieder jaar meer “blowers” die zonder hulp niet meer kunnen stoppen met het gebruik.
Het totale aantal gebruikers van cannabis in ons land wordt momenteel op ruim 400.000 geschat. Van de achttienjarigen heeft 44 procent ooit gebruikt.
Slecht voor denk- en reactievermogen
Hennepproducten als hasj en wiet (marihuana) veroorzaken een roes, een toestand van veranderd bewustzijn. In dit opzicht zijn zij vergelijkbaar met alcohol. Men geeft alleen een andere naam aan die toestand. Bij cannabis heet het stoned, bij alcohol beneveld of dronken.
Tijdens de roes werken allerlei hersenfuncties anders dan in nuchtere toestand. Vormen, kleuren en geluiden worden gewijzigd waargenomen. Reactiesnelheid, logisch denkvermogen en sommige motorische vaardigheden zijn aangetast. Zo kan men geen hoofd- en bijzaken meer onderscheiden. Ook de emotionele toestand en het sociaal gedrag zijn veranderd.
De verstoring van het waarnemingsvermogen tijdens de cannabisroes, leidt ertoe dat deelname aan het verkeer in die toestand, minstens zo gevaarlijk is als deelname aan het verkeer terwijl men onder de invloed van alcohol verkeert. De roes van cannabis duurt relatief lang. Die lange duur en de veranderde emotionele toestand (vermindering van angsten en van risicobesef) tijdens de roes, vergroten het risico voor het verkeer nog eens extra.
De afgelopen jaren is daarnaast geconstateerd dat cannabisgebruik een sterk nadelig effect heeft op geleverde hersenprestaties. Studeren onder het genot van een stickie (joint) is een zinloze bezigheid. Het grootste deel van de informatie wordt niet in de hersenen opgeslagen, en doordat men geen hoofd- van bijzaken heeft kunnen onderscheiden, is het wèl geleerde een rommeltje. Ook bij het beoefenen van denksporten dient cananbisgebruik vermeden te worden.
Langdurige aantasting hersenfuncties
In 1992 sloeg de Leidse hoogleraar A. van Leeuwen alarm over de sterke toename van het aantal gevallen van acute cannabis-vergiftiging, de zogeheten cannabis-psychose. Dit is een toestand van verstandelijke en emotionele verwardheid. De patiënt is niet meer voor rede vatbaar, soms zelfs niet meer aanspreekbaar. Sommigen worden helemaal apathisch, zijn versuft en reageren niet of nauwelijks meer op hun omgeving.
Anderen vertonen paniekreacties, hun zelfbeheersing is verlamd en zij reageren agressief op tegenspraak of tegenslag. Zij zijn opgewonden en zeer spraakzaam, maar kunnen niet meer luisteren. De geringste irritatie kan ertoe leiden dat zij de boel kort en klein slaan. Een heel andere situatie dan het vredelievende stoned zijn dat voorstanders van het gebruik altijd beschrijven.
Het menselijk lichaam kan de actieve stoffen uit de hennep slechts langzaam uitscheiden. Daarom worden die tijdelijk opgeslagen, en wel in het vetweefsel. Zodra dat gevuld is, komt er teveel actieve stof in omloop. Dat kan leiden tot een cannabis psychose. Ook als er vetweefsel wordt afgebroken, bijvoorbeeld bij een afslankkuur, kan er ineens actieve stof in omloop komen. Men wordt dan stoned zonder cannabis gebruikt te hebben.
Iets geheel anders is het ontstaan van een “gewone” psychose door cannabisgebruik. Geconstateerd is dat regelmatig cannabisgebruik en het optreden van psychosen (en zelfs schizofrenie) vaak samengaan. Daar zijn echter verschillende verklaringen voor mogelijk. Het kan zijn dat “cannabisvergiftiging” een psychose doet ontstaan (bij daarvoor gevoelige personen ?). Maar het is ook mogelijk dat een in aanleg reeds aanwezige, verborgen gebleven psychose door het gebruik aan het licht gebracht of verergerd wordt. En tenslotte is het ook nog mogelijk dat de patiënt cannabis is gaan gebruiken omdat hij psychotisch aan het worden was. De wetenschap is er nog niet uit, maar de meeste onderzoekers neigen tot de tweede verklaring.
Twee recente publicaties ondersteunen de visie dat cannabisgebruik langdurige gevolgen met zich meebrengt. In de eerste plaats is bij internationaal onderzoek geconstateerd dat regelmatig gebruik de kans op (langdurige) depressiviteit vergroot. In de tweede plaats is bij Amerikaans onderzoek geconstateerd dat gebruik van marihuana leidt tot vernauwing van de bloedvaten in de hersenen. Daardoor neemt de stuwdruk toe, wat de kans op een hersenbloeding vergroot. Opvallend was dat regelmatige gebruikers van wiet ook na een maand onthouding, nog steeds een verhoogde stuwdruk hadden. Een eerder geconstateerd nadelig effect van cannabis op het hart, kan mogelijk ook samenhangen met deze bloedvatvernauwing.
Dingeman Korf