terug

Alcohol in Europa

Op 1 juni jl. publiceerde de Europese Commissie een ruim 400 pagina’s tellend rapport over de alcoholproblematiek in Europa. Het rapport is opgesteld door het IAS in Londen, schetst de omvang van de schade die alcohol toebrengt aan de Europese samenleving, en doet suggesties voor tegenmaatregelen.

Tot nu toe kent de Europese Gemeenschap geen samenhangend alcoholbeleid. Alcohol komt als onderdeel ter sprake bij het gezondheidsbeleid, bij het marktbeleid (open grenzen binnen de EG), bij het landbouwbeleid (subsidie voor wijnproductie), bij grensoverschrijdende reclame, bij het verkeersveiligheidsbeleid, enz.

In 2004 vroeg de Europese Commissie het Engelse Institute of Alcohol Studies (IAS) om een samenvattend rapport te schrijven over de omvang van de alcoholproblematiek in Europa en suggesties te doen voor maatregelen ter vermindering van die problematiek. Dat rapport is nu verschenen, en zal samen met een nog te verschijnen rapport en met de uitkomsten van nog te houden consultaties, de basis vormen voor een nieuwe, brede alcoholstrategie van de Europese Gemeenschap.

Huidige omvang problematiek
In Europa wordt per inwoner meer alcohol gedronken dan in enig ander werelddeel. Dat resulteert jaarlijks in zo’n 115.000 gevallen van voortijdige sterfte door alcohol. De economische schade bedraagt 125 miljard euro per jaar, omgerekend € 650,- per huishouden per jaar. Hierbij zijn inbegrepen ziektekosten, materiële schade door ongevallen en door criminaliteit, en productieverlies. De totale accijnsinkomsten in de 15 oorspronkelijke landen van de EG beliepen in 2001 een bedrag van 25 miljard euro. De economische schade is dus vele malen groter dan de accijnsopbrengst.

Er heeft de afgelopen dertig jaar een sterke nivellering van de alcoholconsumptie plaatsgevonden. De verschillen in drinkgedrag tussen de volkeren van Europa zijn veel kleiner geworden. In de Noordelijke landen is de bevolking meer wijn gaan drinken, in de Zuidelijke landen meer bier. Drinken bij de maaltijd is toegenomen in het Noorden, drinken zonder maaltijd in het Zuiden. Alcoholische geweldpleging is toegenomen in het Zuiden.

Gemiddeld genomen is bier favoriet bij 44 procent van de Europeanen en wijn bij 34 procent. De verschillen in hoofdelijk alcoholgebruik tussen de landen zijn ook veel kleiner geworden. De gemiddelde volwassen Europeaan drinkt een kleine 11 liter pure alcohol per jaar.

Alcohol behoort in Europa tot de top drie risicofactoren voor de gezondheid. Hij veroorzaakt of verergert 60 verschillende aandoeningen, variërend van ongemakken tot dodelijke ziekten, van gedragsproblemen tot kanker. Alcohol is verantwoordelijk voor 7,4 procent van alle gevallen van ziekte en voortijdige sterfte in de Europese Gemeenschap.

Passief drinken
Nieuw is dat het rapport de gevolgen van “passief drinken” apart noemt. Onder “passief drinken” worden de effecten van het drinken op niet-drinkende derden verstaan. Daaronder vallen zowel lichamelijke effecten (bijv. de ca 60.000 gevallen van te laag geboortegewicht door alcoholgebruik van de moeder) als geestelijke effecten zoals opgroeien in een gezin van een alcoholist.

In Europa groeien maar liefst 9 miljoen kinderen op in een gezin met een drankprobleem. De lichamelijke en geestelijke mishandeling die zij ondervinden, blijft hun sociaal functioneren jarenlang, soms levenslang, negatief beïnvloeden. Iets soortgelijks geldt voor partners van alcoholisten.

Ook de circa 10.000 verkeersdoden door alcohol, kunnen als slachtoffers van passief drinken worden beschouwd. Hetzelfde geldt voor de 2000 slachtoffers die per jaar omkomen door alcoholisch geweld.

Aanbevelingen voor beleid
Het rapport bevat 18 algemene aanbevelingen voor alcoholbeleid. Deze handelen over het registreren van relevante gegevens, het doen van wetenschappelijk onderzoek, het opbouwen van een gegevensbestand, internationale samenwerking en dergelijke. Daarnaast doet het rapport 34 specifieke aanbevelingen, verdeeld over verkeer, consumenteninformatie, verkrijgbaarheid van alcohol, accijnsheffing, volksgezondheid en verslavingszorg. Onder deze laatste 34 aanbevelingen bevinden zich een aantal kernpunten uit het verleden van de Nederlandse preventieve drankbestrijding.

Het rapport concludeert dat met voorlichting alleen, de omvang van de alcoholproblematiek onvoldoende verminderd kan worden. Een effectief alcoholbeleid dient een samenhangend pakket maatregelen te omvatten, waarin ten minste de onderwerpen reclame, accijns, verkrijgbaarheid en verkeer aan de orde komen.

Voorlichting over de risico’s van alcoholgebruik en over de omvang van de problematiek dient slechts om het publiek bewust te maken. Het is een soort van achtergrondinformatie, en kan nooit dienen ter vervanging van concrete maatregelen. Daarnaast is voorlichting over en handhaving van de wetgeving op alcoholgebied, nodig ter vergroting van het maatschappelijk draagvlak.

Voor de alcoholreclame wil het rapport strengere beperkingen. Op wat langere termijn zou alcoholreclame geheel moeten verdwijnen van het televisiescherm en uit de bioscoop. De boodschap van de alcoholreclame zou gericht moeten worden op de kwaliteiten van het product zelf, zoals in Frankrijk, en geen nadruk mogen leggen op zaken als de situaties waarin en het publiek waaronder het gebruik plaatsvindt.

Accijnzen zouden jaarlijks verhoogd moeten worden met het inflatiepercentage, om te voorkomen dat alcohol relatief goedkoper wordt zoals tot nu toe vaak het geval is. Ook zouden de accijnzen evenredig moeten zijn aan het alcoholgehalte van de betreffende drank, dus op wijn (gemiddeld 11% alc.) per hectoliter tweemaal zoveel accijns als op bier (gem. 5,5% alc.). Landen die op wijn nog geen accijns heffen (Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje, Portugal) zouden die zo spoedig mogelijk moeten invoeren.

Verder wil het rapport een onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid om een deel van de op alcohol geheven accijns, ten goede te laten komen aan het tegengaan van alcoholproblemen. Een systeem dat sommige Zwitserse kantons hanteren, dat in het verleden in Nederland door de NCA gepropageerd werd, en dat gerelateerd is aan het principe van de vervuiler betaalt.

De verkrijgbaarheid van alcohol heeft volgens het rapport een sterke invloed op de omvang van de consumptie. Aantal en locatie van verkooppunten zouden door een vergunningensysteem beheerst moeten worden. Ook aan de openingsuren zouden limieten gesteld moeten worden.

Over alcohol in het verkeer merkt het rapport op dat 0,5 promille het maximaal toelaatbare is, en dat landen die nu nog een strafbaarheidsgrens van 0,8 promille hanteren (o.a. Groot-Brittannië) die grens moeten verlagen. Landen met een lagere grens dan 0,5 zoals Noorwegen, Zweden en Polen moeten hem vooral niet verhogen, want 0,2 is veiliger dan 0,5.

Tenslotte suggereert het rapport een waarschuwing aan te brengen op etiketten van drank, gericht tegen gebruik tijdens de zwangerschap of voorafgaand aan autorijden.

Dingeman Korf