terug

Alcohol kost samenleving ongeveer 2,5 miljard euro

Alcoholgebruik kost de Nederlandse samenleving jaarlijks netto tussen de 2,3 en 2,9 miljard euro. Aldus een uitvoerige kosten-baten analyse door het RIVM gepubliceerd op 3 october jl. De balans is dus nog net even negatief als in 2010 toen accountantsbureau PWC op een bedrag van netto 2,6 miljard uitkwam. Het overheidsbeleid heeft dus al die jaren geen zoden aan de dijk gezet.

Wanneer wij nog iets verder teruggaan dan zien wij dat accountantsbureau KPMG in 2001 al op geschatte bruto kosten van 5,7 miljard euro kwam. Nu komt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu op een bruto kostenpost van 8,1 miljard. Gezien de inmiddels opgetreden inflatie, kunnen we dus zelfs stellen dat er in vijftien jaar tijd geen verbetering is opgetreden.

Omdat in de berekeningen van het RIVM een aantal schattingen zit, is de berekening van netto 2,6 miljard euro kosten veroorzaakt door alcohol, niet tot op het miljoen nauwkeurig. Maar zeker is dat de netto kosten tussen 2,3 en 2,9 miljard euro liggen.

Voortijdige sterfte vormt de grootste kostenpost met 2,1 miljard euro. Zo overlijden er jaarlijks bijna drieduizend Nederlanders voortijdig aan alcoholgerelateerde kanker. De sterfte aan alcoholongelukken in het verkeer, levercirrhose en alcoholische hart- en vaatziekten ligt flink lager. Die sterfte betekent een verlies aan productieve levensjaren, dus verlies aan arbeidsinkomen voor het gezin en verlies aan de geproduceerde zaken voor de samenleving.

De tweede grote kostenpost bestaat uit productiviteitsverliezen, ca 1,9 miljard euro. Dat zijn verliezen veroorzaakt door absentie van het werk, door kwaliteitsverlies (afkeuring, retourzending of verkorte levensduur van producten), of door arbeidsongeschiktheid. De derde grote kostenpost, de kosten voor de inzet van politie en justitie veroorzaakt door alcohol, bedraagt jaarlijks 1,5 miljard euro. Verkeersongevallen leveren daarnaast jaarlijks nog een schadepost van 1 miljard.

Het verlies aan kwaliteit van leven door alcohol, stelt het RIVM op 1,1 miljard. Hierbij valt te denken aan ziekte en verslaving bij de drinker of zijn gezinsleden, ongevallen en invaliditeit, maar ook overlast en onveiligheid. Overigens stelt het RIVM tegenover de kosten van het verlies aan kwaliteit van leven door alcohol, ook een zeer fors bedrag aan verhoging van de kwaliteit van leven, het “consumentensurplus” bij de baten van alcoholgebruik.

Bij de zorgkosten veroorzaakt door alcohol, komt het RIVM met iets merkwaardigs. Tegenover de zorgkosten veroorzaakt door alcohol, stelt het RIVM een besparing van 872 miljoen op de zorgkosten door datzelfde alcoholgebruik. Netto blijft er daardoor voor de zorgkosten nog een bedrag staan van 400 miljoen. De besparing zou het bedrag zijn dat veroorzaakt wordt door de positieve effecten van matig alcoholgebruik op hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Positieve effecten waarvan in sommige recente onderzoeken getwijfeld wordt of ze wel bestaan. In een recente Canadese publicatie stellen de auteurs dat het schijnbare effect grotendeels veroorzaakt wordt door “vervuiling” van de groep niet-drinkers met ex-drinkers en personen met een medisch drinkverbod.
Alles bij elkaar komt het RIVM tot een bedrag van 8,1 miljard euro bruto aan kosten door alcohol.

Baten
Als belangrijkste bate rekent het RIVM de positieve gevoelens die consumenten ontlenen aan het gebruik van alcohol. Geluksgevoelens, stemmingsverbetering en dergelijke. Het RIVM noemt dat het “consumentensurplus”. Omdat de Nederlandse consumenten per jaar 3,8 miljard euro uitgeven voor alcoholhoudende dranken, is het consumentensurplus hen blijkbaar dat bedrag waard. Dus voert het RIVM dat bedrag op als bate van het alcoholgebruik.

Twee andere baten zijn de accijnsopbrengst (ca 1 miljard euro), en het bedrag dat ondernemers aan alcohol zeggen te verdienen, te weten “slechts” 700 miljoen. Gezien recente berichten over weggesluisde winsten, lijkt die 700 miljoen ons aan de lage kant.

Alles bij elkaar een bedrag van 5,5 miljard euro aan baten. Trekken wij dat af van de bruto kosten van 8,1 miljard, dan
resteert een kostenpost van 2,6 miljard euro voor de Nederlandse samenleving. En dat 30 jaar na het verschijnen van de beleidsnota Alcohol en Samenleving. Van het terugbrengen van die kosten is weinig terecht gekomen. Maar wie had anders verwacht na de lovende woorden van Balkenende en Rutte over de alcoholindustrie?

Dr.ir. D. Korf