Een alcoholisch drankje voordat men naar bed gaat, heet in de volksmond een slaapmutsje. Een vrij recente Zwitserse publicatie wijst er echter op dat alcohol ook slaapverstorende eigenschappen heeft.
Het is weer zomer. De relatief hoge temperaturen en de lange avonden nodigen uit tot het organiseren van avondlijke tuinfeesten en barbecue-parties. Sommige organisatoren overgieten die feesten bijna letterlijk met alcoholische drank. Velen slapen slecht in de nacht na zo’n “party”. Hoe kan dat? Misschien teveel gegeten? Aan de alcohol ligt dat toch niet, alcohol is toch een slaapmutsje?
Het antwoord is ja en nee. Alcohol bevordert het inslapen. Dat is experimenteel bewezen. Maar alcohol bevordert ook de urineproductie. De blaas is dus sneller vol dan onder alcoholvrije omstandigheden. Dus wordt de slaap eerder onrustig dan normaal, en moet men ook eerder het bed uit.
Verder heeft alcohol spierverslappende eigenschappen. Verslapping van de spieren van keel en luchtwegen maakt dat die gemakkelijker gaan meebewegen met de ademhaling. Na alcoholgebruik snurken mensen daardoor langer en luider dan zonder alcohol. Ook dat is slecht voor de nachtrust (en voor die van de partner).
Daarnaast blijft alcohol in het menselijk lichaam geen alcohol. De lever ziet in alcohol een lichaamsvreemde stof die afgebroken moet worden. De afbraakproducten die daarbij ontstaan, veroorzaken allerlei onaangename gewaarwordingen. De bekendste daarvan is de kater. Die treedt dikwijls al op in de tweede helft van de nachtrust. Men wordt dan wakker door de hoofdpijn en kan niet meer in slaap komen. Ook kunnen als gevolgd van het alcoholgebruik, in de tweede helft van de nacht zweetaanvallen en nachtmerries optreden. Een droge mond in de nacht na avondlijk alcoholgebruik is eveneens een bekend verschijnsel.
Mensen die last hebben van kortdurende ademstilstanden gedurende de nacht (slaap-apnoé) moeten voorzichtig zijn met alcohol voor het naar bed gaan. De korte onderbrekingen van de ademhaling komen na alcoholgebruik veel vaker voor. Het gevolg is dat zij die nacht niet echt uitrusten. De volgende dag voelen zij zich dan doodmoe en slaperig. Na zo’n nacht is het rondweg onverstandig om te gaan autorijden.
Alcohol is dus hoogstens een inslaapmiddel, maar zeker geen doorslaapmiddel. Voor een voldoende lange en voldoende diepe nachtrust is alcohol ronduit schadelijk. Wie niet goed slaapt, zal dat probleem op een andere manier moeten aanpakken. ’s Avonds stress, opwinding en (zwaar) eten vermijden, zorgen voor goed slaapcomfort (goede matras en kussen, slaapkamertemperatuur bij voorkeur tussen 14 en 18 graden), ontspannen door te lezen of een wandelingetje te maken voor het naar bed gaan, enzovoorts.
Dingeman Korf