Samenvatting van de openingsrede door voorzitter Dingeman Korf, gehouden op de Algemene Vergadering van de ANGOB op 21 april 2007 te Beekbergen.
Zachte heelmeesters laten de alcoholkanker voortwoekeren in onze samenleving. Ook het afgelopen jaar zijn er geen efficiënte maatregelen genomen ter beperking van de Nederlandse alcoholconsumptie. Suggesties daarvoor lagen voor het oprapen. Allereerst in de nota “Alcohol en Samenleving” van 1986. Verder in de toelichting bij de wijziging van de Drank- en Horecawet die in 2000 van kracht werd, en in de Alcoholnota van 2001 die nadere uitvoeringsbepalingen voor de DHW voorstelt. De alcohollobby heeft ook in 2006 regering en parlement weten af te houden van maatregelen die echt effect konden hebben.
Op onze Algemene Vergadering kijken wij terug naar het afgelopen jaar, en vooruit naar het komende jaar vanuit het perspectief van onze vereniging. Wij zijn een vereniging met een taak in en voor de samenleving. Wij kijken dus niet alleen naar het wel en wee van onze vereniging, maar ook naar de ontwikkelingen in de samenleving. En vandaag moeten wij ook beslissen over de structuur waarin wij ons werk willen voortzetten. Op het gebied van de alcoholmatiging was 2006 een jaar van toenemende onderbouwing voor alcoholmatiging vanuit wetenschappelijke hoek, en van een teleurstellend gebrek aan politieke daadkracht om die onderbouwing om te zetten in effectief beleid. De regeringspartijen in de Tweede Kamer blokkeerden systematisch de (overigens te weinige) plannen van de regering.
Voldoende onderbouwend materiaal
Eind 2005 verscheen een belangrijke publicatie in het Britse medische tijdschrift The Lancet van dr. Rod Jackson (univ. van Auckland, NZ), waarvan de conclusie luidde dat de voordelen van matig alcoholgebruik voor de gezondheid sterk worden overdreven, en kleiner zijn dan de nadelen ervan. Die conclusie werd kort daarop bevestigd door de uitkomst van onderzoek door de universiteit van Victoria (Can.). Woordvoerster K. Fillmore formuleerde het kernachtig door te stellen :”matig alcohol gebruik is een teken van goede gezondheid, maar niet de oorzaak ervan. Omstreeks diezelfde tijd verschenen berichten dat aangetoond was dat alcoholreclame wel degelijk consumptieverhogend werkt, dat regelmatige dronkenschap de kans op Alzheimer sterk vergroot, en dat in Nederland steeds vaker alcoholvergiftiging onder tieners voorkomt. Bij elkaar genoeg onderbouwing om te besluiten tot aanvullende structurele maatregelen in het kader van het matigingsbeleid. Maar de regering kwam daar niet mee. De verslavingszorg startte samen met het CBL en de alcoholbranche een draagvlakcampagne voor de leeftijdsgrens van 16 jaar. Zulks om de wettelijke leeftijdsgrens voor het kopen van alcohol ook als maatschappelijke norm aanvaard te krijgen. Dit onder de ons inziens dubieuze slagzin “alcohol onder de 16 nog even niet”. De grens als zodanig kwam overigens niet ter discussie.
In de tweede helft van het jaar ging het al niet anders. Onderzoek in de VS (dr. R.Hingson, univ. van Boston) bevestigde het acht jaar oudere onderzoek van Grant (NIAAA) en voegde er een aantal details aan toe. Conclusie : hoe jonger iemand begint met regelmatig gebruik van alcohol, hoe groter zijn kans op problemen met drank in zijn latere leven.
Onderzoek door dr. J.A.Willford (univ. van Pittsburgh) maakte duidelijk dat betrekkelijk gering alcoholgebruik door zwangere vrouwen, weliswaar niet leidt tot foetaal alcoholsyndroom, maar wel tot een geestelijke achterstand (lager IQ) bij hun babies. Ook dit leidde niet tot intensivering van het matigingsbeleid. Integendeel ! De preventienota “Kiezen voor gezond leven” schoof de verantwoordelijkheid grotendeels door naar de consument. De overheid zou vooral voorlichten en adviseren. Dat dit al 20 jaar effectloos was gebleven, werd maar even vergeten. Ook het persoonlijke voorbeeld werd uit het oog verloren. De minister-president maakte publiekelijk en ongestraft de oliedomme opmerking dat bier helpt om teleurstellingen te verwerken. Daarmee goedkeurend dat voetbal-hooligans zich na een nederlaag bezatten. Elke wedstrijd kent altijd tenminste één verliezer. Die mag nu drinken uit teleurstelling. De winnaars drinken vanzelf wel, uit vreugde. Zo hielp de minister-president het matigingsbeleid van de wal in de sloot!
De controle op de naleving van de leeftijdsgrenzen door de VWA, leidde tot protesten van slijters en supermarkten. In plaats van zich te schamen voor het feit dat zij de wet niet naleefden, liepen zij te hoop tegen huns inziens te strenge controles en te hoge boetes. Als een stel verwende kinderen van wie speelgoed wordt afgepakt omdat zij anderen ermee op het hoofd timmeren.
Juist voor het einde van het jaar was er het bericht dat alcohol de samenleving meer kost dan hij oplevert. Dat was een jaar of 20 geleden ook al geconstateerd . In de tussentijd is daaraan blijkbaar niets veranderd. Daarnaast was er het bericht dat het percentage probleemdrinkers onder de Nederlandse 55-plussers sterk toeneemt. Verheugend was vorig jaar de hoeveelheid aandacht die Trouw en VN wijdden aan de invloed van de alcoholbranche op het Nederlandse beleid. Een duidelijke hint richting de nieuwe Tweede-kamerleden om zich niet zo te laten manipuleren als de oude.
Inleveren onontkoombaar
De verdeling van het Nederlandse alcholgebruik over de drinkers is globaal ongeveer zo dat de 25% zwaarste drinkers 75% van de alcoholconsumptie voor hun rekening nemen. Die zwaarste drinkers drinken meer dan de maximaal 3 glazen per man en 2 per vrouw die als aanvaardbaar beschouwd worden.
De alcoholbranche heeft altijd gesteld dat zij met de overheid wil samenwerken bij het aanpakken van het alcoholmisbruik, mits de sociale drinker ongemoeid wordt gelaten. Maar anderzijds roept de branche moord en brand zodra er omzetverlies dreigt. Welnu, omzetverlies is onvermijdelijk als de regering de alcoholproblematiek effectief gaat aanpakken. Want als die 25% misbruikers zijn consumptie halveert, daalt de afzet van alcohol met maar liefst 37,5%!
Als ANGOB moeten wij vandaag beslissen of wij een nieuw begin willen maken door een stichting te worden, of dat wij blijven doorgaan zoals de afgelopen jaren. Naar de mening van het hoofdbestuur biedt overgaan tot de stichtingsvorm niet alleen fiscaal en organisatorisch voordelen, maar ook propagandistisch.
In het computertijdperk draait alles om snelheid van reageren, flexibiliteit en deskundigheid. Op het nieuws van vandaag moet vandaag gereageerd worden, want morgen is er heel ander nieuws. Een stichtingsbestuur kan sneller en flexibeler reageren dan een verenigingsbestuur. Een stichting kent geen afdelingsbesturen of provinciale besturen. Het bestuur kan zich direct wenden tot een begunstiger met de gewenste deskundigheid, en kan per direct commissies instellen.
Dingeman Korf