Veel studenten leren gedurende hun studiejaren behalve een vak, ook een drinkgedrag aan. Die oude volkswijsheid is onlangs door onderzoek bewezen. Cijfers daarover werden eind december door het NIGZ bekend gemaakt.
Nederlandse studenten drinken gemiddeld genomen ongeveer 16 glazen alcoholhoudende drank per week. Iets meer dan twee glazen per dag dus. Studenten die lid zijn van een gezelligheidsvereniging (sociëteitsvereniging) drinken de helft meer. Zij komen uit op 23 glazen per week. Omdat het gemiddelde over alle studenten op 16 glazen ligt, moeten we dus concluderen dat de studenten die geen lid van een gezelligheidsvereniging zijn, flink beneden de 16 glazen per week blijven.
Opvallend is het verschil in alcoholconsumptie tussen eerstejaars studenten en ouderejaars. De eerstejaars drinken veel minder, zij komen gemiddeld op ongeveer 8 glazen per week. De helft dus van wat ouderejaars gemiddeld drinken. Helaas heeft het onderzoeksbureau (Rescon) niet nagegaan hoe groot onder de eerstejaars het verschil was tusseen leden en niet-leden van een gezelligheidsvereniging.
Het voorgaand betekent dat studenten hun alcoholgebruik meer dan verdubbelen in verloop van hun studietijd. Het slechte voorbeeld van de ouderejaars vindt dus duidelijk navolging. En daarmee is een oude volkswijsheid nu door actuele cijfers bewezen.