Genieten op zijn tijd, is goed voor een mens. Genieten bevordert de geestelijke gezondheid. Indirect kan genieten zelfs de lichamelijke gezondheid ten goede komen. Maar wanneer het genieten gebeurt met behulp van genotmiddelen, kan het de gezondheid ook schaden.
De oude Romeinen wisten al dat lichamelijke en geestelijke gezondheid met elkaar samenhangen. Van hen stamt het gezegde “een gezonde geest in een gezond lichaam” (mens sana in corpore sano). Later is die samenhang wat in het vergeetboek geraakt. Gezondheid van geest werd een morele zaak, en gezondheid van lichaam een zaak van de afwezigheid van bacteriën en virussen. Totdat na de tweede wereldoorlog de psychosomatische ziekten in de belangstelling kwamen te staan. Ziekten veroorzaakt door spanningen en zorgen.
Zo zijn wij weer terug bij een samenhang tussen geestelijke en lichamelijke gezondheid. Volgens de huidige medische inzichten, kunnen spanningen en zorgen leiden tot lichamelijke ziekten. En omdat voorkomen beter is dan genezen, staat het voorkòmen van spanningen en zorgen sterk in de belangstelling. Daarbij is geconstateerd dat genieten goed is voor de geestelijke gezondheid, omdat het spanningen en zorgen vermindert.
Positieve en plezierige dingen in het leven, zijn dus goed voor de gezondheid. Helaas is dit feit onderwerp van uitbuiting door commercieel belanghebbenden geworden. De vermaaksindustrie en de genotmiddelenindustrie proberen ons voor grof geld “genot” te verkopen. Met name de alcoholindustrie en de tabaksindustrie zijn op dit terrein berucht geworden. Hun advertenties spreken duidelijke taal, die verkopen niet een product maar een illusie. Zij proberen ons wijs te maken dat gezelligheid, ontspanning of succes, zonder mankeren voort zullen vloeien uit het gebruik van het betreffende product.
Materieel of immaterieel
Er zijn miljoenen dingen in het leven waar een mens van kan genieten. Sommige daarvan hebben met consumeren te maken, maar een veel groter aantal helemaal niet. Genieten van muziek of van de natuur, van een boek of van een fietstochtje, is immaterieel en alleen maar goed voor een mens. Zo zijn er nog miljoenen andere vormen van immaterieel genieten te bedenken.
Genieten van eten of drinken brengt het genot op het materiële vlak. Daarbij komt enig risico om de hoek kijken. Overdaad schaadt. Het overdadig genieten van lekker eten, leidt vaak tot overgewicht. Ernstig overgewicht is echter schadelijk voor de lichamelijke gezondheid. Het verbeteren van de geestelijke gezondheid, kan dus schadelijk zijn voor de lichamelijke gezondheid.
Echt groot worden de risico’s wanneer het genieten plaatsvindt met behulp van genotmiddelen. Genotmiddelen leveren een snel, maar oppervlakkig genot. Een soort “instant genot”. Dergelijk genot houdt altijd iets kunstmatigs, wordt niet echt doorleefd.
Tengevolge van de oppervlakkigheid van het “instant genot”, loopt de gebruiker grote kans er op uitgekeken te raken. Maar hij wil juist intens genieten. Dus neemt hij al gauw een grotere hoeveelheid. Of hij gaat op zoek naar een vergelijkbaar, maar sterker werkend middel.
Ook raakt het menselijk zenuwstelsel vaak gewend aan de chemische prikkels van genotmiddelen. Daardoor neemt de gevoeligheid ervoor af. Om eenzelfde effect te bereiken, moet men dan steeds meer gebruiken. Sommige genotmiddelen leiden op den duur tot lichamelijke afhankelijkheid, verslaving dus. Dan kan men dat middel eenvoudigweg niet meer missen zonder nare lichamelijke verschijnselen te krijgen.
Anders leren genieten
Degenen die waarschuwen tegen de risico’s van bepaalde genotmiddelen, krijgen vaak het verwijt dat zij de mensen geen pleziertjes gunnen. Dat is echter niet terecht. Zij waarschuwen alleen maar dat het verstandiger is om anders te genieten.
Degenen die waarschuwen tegen te veel en te vet eten, adviseren om meer groenten en fruit te eten. Van groenten en fruit kun je ook genieten. Geheelonthouders adviseren om te genieten van onbedorven vruchtensappen, en niet van het gegiste (dus bedorven) druivensap dat wijn heet. Tabakbestrijders zeggen geniet van het feit dat je niet meer zo kortademig bent als je niet meer rookt. Met andere woorden, er komt altijd iets positiefs terug voor het genot dat men opgeeft.
Wanneer de verdedigers van genotmiddelen het hebben over de positieve effecten van roken of drinken, dan hebben zij het over de positieve effecten van genieten. Niet over positieve effecten van alcohol of tabak op zichzelf. Dat genieten is echter een aangeleerde vorm van genieten. En die kan ook weer afgeleerd worden.
Het afleren van het gebruik van genotmiddelen, is een soort van zelfbevrijding. Wie leert om van iets anders net zo te genieten als vroeger van alcohol, tabak of hasj, heeft voortaan die middelen niet meer nodig. Hij heeft zijn genieten bevrijd van het risico verslaafd te raken.
Wanneer de profeten van het genieten, alleen maar genotmiddelen noemen als bron van genot en het immaterieel genieten helemaal niet noemen, dan zit er ongetwijfeld een commerciële adder onder het gras. Want met het gebruik van genotmiddelen zijn grote commerciële belangen gemoeid. Voor die artikelen wordt ook veel reclame gemaakt. Daardoor worden mensen die het gevoel hebben te weinig te genieten, in de verleiding gebracht om steeds meer de consumeren. Met hoogst ongewenste gevolgen.
Voor zaken waar men gratis van kan genieten, wordt helemaal geen reclame gemaakt. Daardoor dreigen zij in onze gecommercialiseerde wereld buiten beeld te geraken. Er zijn echter een heleboel gratis zaken in het leven, waar een mens van kan genieten. Genieten van zon, wind of water, van vogels, vlinders of bloemen, wie heeft het daar tegenwoordig nog over ? De reclame in ieder geval niet. Genieten van een film of een toneelstuk, van muziek of literatuur, is wel niet gratis, maar blijft eveneens teveel buiten beeld.
Anders leren genieten is nodig om de problemen die riskante genotmiddelen in onze samenleving veroorzaken, de baas te worden.
Dingeman Korf