terug

Gezond alcohol drinken bestaat niet

Onderzoek aan de Nijmeegse universiteit naar de gevolgen van jarenlang matig alcoholgebruik, heeft de mythe van de positieve effecten van matig alcoholgebruik ontkracht. Aldus onderzoeker Peter Anderson, die begin oktober op zijn onderzoek promoveerde aan die universiteit.

Slechts de uiterst matige consumptie van één glas alcoholhoudende drank per dag, veroorzaakt volgens Anderson geen aantoonbare schade. Vanaf twee glazen drank per dag, zijn op de lange duur schadelijke effecten aantoonbaar. De gemiddelde “sociale drinker” in Nederland, benadeelt daarom langzaamaan zijn gezondheid. Dat kan schade aan lever, hersenen of zenuwstelsel zijn, een hersenbloeding of slokdarmkanker.

Anderson lichtte 156 wetenschappelijke publicaties over de gevolgen van alcoholgebruik door. Hij keek daarbij of de opzet van het onderzoek wetenschappelijk verantwoord was, of de conclusies éénduidig uit de geconstateerde feiten voortvloeiden of dat er alternatieve conclusies uit dezelfde feiten mogelijk waren, en voor welke personen de conclusies van toepassing waren.

De conclusie uit de kritische doorlichting van die156 publicaties luidt, dat positieve effecten van alcoholgebruik met een lantaarntje gezocht moeten worden. Zij doen zich alleen bij uitzondering voor, bij een kleine groep mensen en bij een zeer laag en evenwichtig drinkpatroon. De gemiddelde gewoontedrinker behoort beslist niet tot die groep mensen.

Veel misverstanden over het vermeende positieve effect van alcohol op de gezondheidstoestand, zijn volgens Anderson ontstaan doordat bij veel “drankstudies” slechts gekeken werd naar één specifieke kwaal of één specifiek orgaan. Jarenlang gewoontedrinken leidt tot een brede achteruitgang van de conditie, die zich in allerlei verschillende klachten kan uiten.

Over de mythe dat matig alcoholgebruik bescherming biedt tegen hart- en vaatziekten, is het oordeel van Anderson vernietigend. Hij noemt het een gerucht dat hardnekkig wordt doorverteld door mensen wie dit als muziek in de oren klinkt.

Er bestaat maar één onderzoek dat wetenschappelijk gefundeerd aantoont dat zeer matig alcoholgebruik een positief effect op hart en bloedvaten heeft. Maar dat effect blijft beperkt tot personen die ouder zijn dan vijftig jaar, en om de andere dag één glaasje drinken. Bij jongeren is dit effect niet gevonden. En de vijftigplusser die méér drinkt dan dat halve glas per dag, is het positieve resultaat meteen weer kwijt. Bij één glas is het resultaat nul, en vanaf twee glazen zelfs negatief.

Anderson noemt alcoholgebruik van twee of meer glazen per dag het plaatsen van een tijdbom in je lichaam. Hij vergelijkt het effect van drinken met dat van roken: “Als je rookt, plaats je een tijdbom in je lichaam, in je longen om precies te zijn. De kans dat die daar vroeg of laat explodeert is groot. Al zijn er altijd geluksvogels bij wie dat niet zal gebeuren. Wie jarenlang twee of meer glazen alcohol per dag drinkt, bezorgt zijn lichaam ook een tijdbom. Alleen kan niemand je van tevoren vertellen op welke plek die zich verstopt”.

We kunnen dus vaststellen dat “gezond drinken” van alcohol in zijn algemeenheid niet bestaat. Het aanbevelen van matig alcoholgebruik aan een breed publiek, is dus moreel onverantwoord. Wel bestaat er een laag consumptieniveau waarbij geen negatieve effecten aantoonbaar zijn. De grenzen van het veilige gebied worden echter al heel gauw overschreden. Geheelonthouding is daarom zo gek nog niet.

Dingeman Korf