terug

Horeca bollenstreek vraagt maatregelen tegen alcohol op schoolfeesten

De regionale afdeling Bollenstreek van Horeca Nederland, heeft de gemeenten in haar gebied gevraagd maatregelen te nemen tegen het alcoholgebruik op de steeds groter wordende schoolfeesten. Dat klinkt heel sociaal. Maar is het niet een verkapte poging om het eigen straatje schoon te vegen?

De horeca-ondernemers schrijven dat de gemeenten voorwaarden moeten stellen aan de organisatoren van de schoolfeesten. Zulks vooral met betrekking tot de verstrekking van alcohol, en het negeren van de leeftijdsgrenzen daarbij. Het gaat om feesten met zeer grote aantallen deelnemers, niet zelden tot wel zo’n 2000. Leraren en ouders zijn niet bij machte om daar toezicht op te houden.  

Enigszins zuur voegt secretaris Vleerlaag van afdeling Bollenstreek daaraan toe : “Voor horeca-ondernemers gelden strenge voorschriften. De scholen kunnen hun gang gaan “. Met die laatste twee opmerkingen geeft hij duidelijk aan waar voor hem de schoen het meest wringt. Hij ziet in de schoolfeesten oneerlijke concurrentie.  

Horeca Bollenstreek wijst op fouten bij anderen. Altijd een goed middel om de aandacht van de eigen fouten af te leiden. Die eigen fouten zijn de afgelopen maanden door de intensivering van de controles door de Keuringsdienst van Waren, nogal in de schijnwerpers komen te staan. Daarbij is duidelijk geworden dat er bij de Horeca met de naleving van de voorschriften van de Drank- en Horecawet nogal wat mis is.

Verder zal natuurlijk meespelen dat er tegenwoordig erg veel alcohol buiten de Horeca om geconsumeerd wordt. Dat leidt tot broodnijd bij veel Horeca-ondernemers.

Binnen het onderwijs, en in de verslavingszorg, maakt men zich al jaren zorgen over het alcoholgebruik door jongeren. Niet alleen het gebruik beneden de leeftijd van 16 jaar, waar de Horeca nu ineens zo zwaar aan tilt, maar ook in de groep van 16- en 17 jarigen en in de groep direct daarboven. Want de wet legt de grens waarboven men alle dranksoorten mag kopen dan wel bij 18 jaar, maar de problemen zijn in de groep van 18-23 jaar zeer groot.

Sinds 1986 voert de overheid een alcoholmatigingsbeleid. De Horeca heeft sindsdien jaren afgewacht, en het alcoholgebruik door scholieren geen strobreed in de weg gelegd. In de lunchpauzes en tussenuren schenkt men immers ook scholieren maar al te graag een pilsje. En volgens de recente inspecties door de Keuringsdienst van Waren, wordt de leeftijdsgrens daarvoor van 16 jaar, nogal vaak niet in acht genomen (zie ook het artikel over het voorstel van de Horeca om aan de leeftijdsgrens een toegangsverbod te koppelen, elders in dit blad).

Het zou de Horeca gesierd hebben als zij sinds 1986 een actief promotiebeleid voor alcoholvrije dranken had gevoerd. Uiteraard in samenwerking met de betreffende industrie. Dan had zij een bijdrage geleverd aan het matigingsbeleid. Maar de Horeca toont door zijn hele opstelling, van geen vernieuwing te willen weten. Gewoon pilsjes blijven tappen en andere alcoholica blijven verkopen, zoals men dat altijd gedaan heeft, lijkt het hoogste ideaal te zijn.

Veel café’s wekken de indruk bij voorkeur bier te willen verkopen. Frisdranken en vruchtensappen worden wat weggemoffeld. Ook het prijsbeleid lijkt vaak gericht op het verkopen van vooral bier. Zolang in de meerderheid van de horeca bedrijven een alcoholvrij biertje (“maltje”) duurder is dan een alcoholhoudend biertje uit de tap, kunnen wij echter weinig anders concluderen dan dat de horeca het alcoholmatigingsbeleid van de overheid tegenwerkt !

Dingeman Korf