De alcoholbranche voert al jaren in beslotenheid overleg over het alcoholbeleid met beleidsambtenaren van VWS en de beleidsondersteunende instellingen. In de uitzending van Nova–TV van vrijdag 15 december over het alcoholbeleid, werd de schijnwerper hierop gezet.
Officieel heet het zogenaamde “directeuren overleg alcohol” (DOA) een serie van informele gesprekken. Maar er wordt wel verslag van opgemaakt. Die verslagen kon Nova-TV pas krijgen nadat men een beroep deed op de Wet Openbaarheid Bestuur.
In de DOA bijeenkomsten overleggen bedrijven als Heineken en Bacardi, en organisaties als Horeca Nederland, Stiva en CBL (de koepel van de supermarkten) met beleidsambtenaren van VWS en de directeur van het NIGZ over het alcoholbeleid. Inmiddels is besloten om ook de directeur van het Trimbos instituut en een vertegenwoordiger van de Slijtersunie aan dit overleg toe te voegen.
In de Nova uitzending waren eensdeels twee leden van de Tweede Kamer (Rouvoet en Deijsselbloem) en de directeur van Stap met Nova–TV in gesprek, en anderdeels minister Hoogervorst van VWS. De minister was duidelijk in de verdediging. Hij zei zijn best te hebben gedaan, en allerlei voorstellen voor aanscherping van het alcoholbeleid te hebben gedaan. Het was die vermaledijde Tweede Kamer die zijn voorstellen had getorpedeerd. De Kamerleden constateerden dat het de regeringspartijen geweest waren die de voorstellen om zeep hadden geholpen, en stelden dat Hoogervorst zijn collega–ministers en zijn partijgenoten in de Kamer beter van zijn gelijk had moeten overtuigen.
Door de minister ooit geuite voornemens die het niet tot een formeel voorstel aan de Kamer hadden gebracht, kwamen eveneens aan de orde. Ook de programmamakers zelf, waren hier kritisch over de rol van het DOA. Het inruilen van wettelijke maatregelen tegen dubieuze slagzinnen en dito campagnes van de industrie, is in het DOA voorgekookt. Ook heeft de alcoholbranche in het DOA geopperd om de subsidie aan Stap maar te beëindigen. Branche en ministerie konden er samen wel uitkomen hoe het misbruik van alcohol tegen te gaan.
Iets dergelijks verklaarde ook directeur Krossen van het NIGZ in Trouw : “We hebben hetzelfde doel : overlast en drankmisbruik bestrijden. Er worden meningen uitgewisseld, er wordt niks achter de gordijnen gehouden”. Hoe kan iemand zo blind zijn ! Niks hetzelfde doel, het gaat om belangenverdediging. De Kamerleden hadden het beter door, en zouden het DOA wel willen opheffen.
De alcoholbranche zit in het DOA om zijn goede naam hoog te houden (“kijk eens, we werken mee aan het matigingsbeleid”) en zijn commerciële belangen te verdedigen. Vandaar dat de branche krampachtig vasthoudt aan het onderscheid tussen gebruik en misbruik. Men wil alleen het misbruik bestrijden, maar het gebruik mag daar geen enkel nadeel van ondervinden. De omzet moet op peil blijven. Dat zoiets onmogelijk is, wil men niet erkennen.
Artikel 22 van de grondwet stelt ondermeer : “De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid”. Vandaar dat we een ministerie van volksgezondheid hebben, met als taak bevordering van de volksgezondheid.
Aan die grondwettelijke taak mag niet worden afgedaan ten behoeve van de economische belangen van één specifieke bedrijfstak. VWS moet de belangen van de volksgezondheid verdedigen. Economische belangen komen in de Tweede Kamer wel aan de orde. Die Kamer dient zich daarbij bovendien goed te realiseren dat een nadeel voor de ene bedrijfstak, vaak een voordeel voor een andere bedrijfstak oplevert. Het effect op de totale Nederlandse economie is daardoor gewoonlijk gering. Voor de volksgezondheid is nu eenmaal vruchtensap beter dan alcohol. Dus moet VWS een verschuiving naar meer vruchtensap bevorderen, en zal alcohol terrein moeten prijsgeven aan alcoholvrij.
Dingeman Korf