terug

Onjuiste argumenten tegen accijnsverhoging

Op 1 januari 2013 is een accijnsverhoging voor alcoholhoudende dranken ingegaan. Voor 1 januari 2014 staat een volgende accijnsverhoging op het programma. De alcoholbranche probeert uit alle macht om die te verhinderen. De meeste argumenten die zij aanvoert deugen echter niet.

We hebben allemaal de afgelopen maanden wel sensationele krantenkoppen gezien over dalende verkopen van alcoholhoudende dranken. Wij noteerden bijvoorbeeld “Nederlandse kroegbaas beleeft zware tijden”, “Nog een accijnsverhoging is doodsteek voor slijters”, “Verhoging accijns kent alleen verliezers”, “Faillissement dreigt voor honderden slijters”, enzovoorts. In die artikelen werd zonder uitzondering de schuld van de ellende in de schoenen van de overheid geschoven. Vooral de accijnsverhoging deed veel schrijvers hun pen in gif dopen.

Daling verkopen alcohol
In de eerste helft van 2013 is de verkochte hoeveelheid alcoholhoudende drank flink teruggelopen in vergelijking met dezelfde periode van 2012. Alle categorieën drank hadden daarmee te kampen : sterke drank, wijn en bier. Sterke drank daalde ook vóór 2012 al, maar die daling werd gecompenseerd door een toename van de wijnverkoop. In de eerste helft van 2013 was dat voor het eerst niet meer het geval. Ook het afzetvolume aan wijn daalde in die periode, en wel met ruim 8 procent.

In de café’s daalde volgens het CBS het afzetvolume met10 procent. Door prijsverhogingen werd 3 procent gecompenseerd. De geldomzet liep met 7 procent terug. Slijterijen verkochten in de eerste helft van het jaar 8 procent minder. In de groothandel slonk de omzet veel minder, namelijk met bijna 2 procent. Dat wijst er op dat in de supermarkten weinig of geen omzetdaling van alcoholica plaatsvond.

Accijns niet hoofdoorzaak
Zowel slijters als wijnhandelaren wijten de daling van hun omzet volledig aan de accijnsverhoging. De slijters hebben daarom de regering gevraagd om de accijnsverhoging van afgelopen januari terug te draaien, en af te zien van de verhoging per 1 januari 2014. Dat zal ons inziens niet helpen.

Wij hebben ruim een jaar geleden in dit blad de accijnsverhoging reeds minimaal genoemd. In het nummer van september 2012 concludeerden wij dat er weinig effect op de consumptie zou uitgaan van de accijnsverhoging. Immers, een blikje of flesje bier van 300-330 ml zou slechts circa 1 eurocent duurder worden, en een fles wijn 8 eurocent (dus per glas ook circa 1 eurocent).

Een fles jenever lijkt met 32 cent prijsverhoging wèl flink duurder, maar ook hier komt de prijsverhoging per consumptie op bijna hetzelfde uit : ietsje meer dan 1 eurocent.
Samenvattend, een daling van de verkoop van circa 8 procent kan niet veroorzaakt zijn door een dergelijke minieme prijsverhogingen.
Andere oorzaken

De economische neergang van de laatste jaren, heeft het gemiddelde vrij besteedbare deel van het inkomen doen slinken. De werkloosheid is sterk toegenomen, de woonlasten en de zorgkosten zijn gestegen. Daarnaast zijn tal van subsidies en uitkeringen fors verlaagd. De lastenverhogingen hebben de consument tot bezuinigen gedwongen. Uitgaan, c.q. cafébezoek is dan een van de eerste dingen die worden wegbezuinigd. En als men persé alcohol wil, zoekt men de goedkoopste leverancier: de supermarkt.

Daarnaast kan een deel van de daling toegeschreven worden aan een groeiend bewustzijn dat alcohol toch niet zo goed voor een mens is. Sinds de campagnes tegen het drinken door minderjarigen, zich ook tot de ouders zijn gaan richten is het drinken door 12- tot en met 14?-jarigen sterk afgenomen en het drinken door 15-jarigen enigszins. De campagnes en strenge straffen tegen rijden onder de invloed, hebben het dronken rijden doen afnemen. En zo zijn er nog enkele factoren die een klein beetje hebben bijgedragen aan de vermindering van de alcoholconsumptie. Al die kleine beetjes bij elkaar, vormen een aanzienlijke factor.

Opbrengst accijns omhoog
De alcoholbranche gebruikt bij haar verzet tegen de accijnsverhoging verder het argument dat accijnsverhoging de prijzen zo sterk opdrijft, dat een aanzienlijk deel van de consumenten hun drank in het buitenland gaan halen. Per saldo zou de accijnsopbrengst omlaag gaan als het tarief verhoogd wordt. Ook dit argument is ongeldig gebleken.

Het Ministerie van Financiën heeft in september een rapport getiteld “Grenseffectenrapportage” uitgebracht. Daarin wordt de opbrengst van de accijnzen over de eerste 7 maanden van 2013 geanalyseerd. De opbrengst van de accijns op bier was in 2013 in de periode tot en met juli 4 procent hoger dan in de overeenkomstige periode van 2012. De opbrengst van de accijns op wijn steeg met maar liefst 13 procent ! De accijns op sterke drank leverde 3 procent meer op.

Het ministerie concludeert uit deze cijfers dat er van massaal uitwijken naar het buitenland geen sprake is. Er is sprake van een behoorlijke meeropbrengst van de accijnzen op alcohol. Die is wel kleiner dan bij ongewijzigde consumptie het geval geweest zou zijn, maar niet buitensporig veel. Er lijkt voornamelijk sprake te zijn van een conjunctuureffect.

De komende accijnsverhoging van 5,75 procent per 1 januari, betekent voor de consument wederom een prijsverhoging van een alcoholische consumptie van hooguit 1 eurocent. Dat zal weinig effect op de consument hebben. Vooralsnog blijft de alcoholconsumptie vooral afhankelijk van de conjunctuur. Voor de volksgezondheid zou een forsere verhoging wenselijk zijn.

De jammerklachten van de alcoholbranche zijn verder niet terecht. Al sinds 1986 streeft de regering naar alcoholmatiging. Het huidige consumptieniveau levert nog steeds een negatief economisch effect voor onze samenleving. De branche moet zich dus instellen op een verdere daling.

Dingeman Korf