Overlast als gevolg van alcoholgebruik uit zich op vele manieren. Eén daarvan is openbare dronkenschap en daaruit voortvloeiend hinderlijk of aanstootgevend gedrag. Vandalisme is een andere vorm van alcoholoverlast. Volgens recente gegevens van het ministerie, komt 96-98 procent van alle veroordelingen wegens openbare dronkenschap voor rekening van jongeren.
Artikel 453 van het Wetboek van Strafrecht stelt dat hij die zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevindt, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of een geldboete van de eerste categorie. Geen bijzonder zware straffen dus.
Openbare dronkenschap is een wat moeizaam gedefinieerde overtreding. Er bestaat geen wettelijk vastgelegde promillagegrens waarboven iemand als dronken wordt beschouwd. De verbaliserende agent moet op basis van zijn eigen waarneming constateren dat er sprake is van dronkenschap in het openbaar en deze dronkenschap moet zich uiten in aanstootgevend gedrag. Een afbakening van wat wel en wat niet aanstootgevend is, wordt door de wet niet gegeven. Het blijft dus een wat subjectief oordeel.
In 2011 werden 3.114 geldboetevonnissen opgelegd voor openbare dronkenschap. Daarvan hadden er 3.079 betrekking op jongeren (98,8 procent). Wij denken dat dit percentage zo hoog ligt door het subjectieve van het begrip “aanstootgevend”.
Het is zeer goed mogelijk dat verbaliserende agenten het gedrag van jongeren eerder aanstootgevend vinden dan het gedrag van ouderen. Dronken jongeren die schreeuwen of agenten beledigen, gaan op de bon. Maar voor de stomdronken vijftiger die van boom tot boom laveert, wil men nog wel eens een oogje dicht knijpen. Hij vertoont openbare dronkenschap, gedraagt zich aanstootgevend, maar veroorzaakt geen overlast of hinder zoals die jongeren.
Wij denken dat wanneer er een promillagegrens voor openbare dronkenschap wettelijk vastgelegd zou worden, het delict veel meer over de verschillende leeftijdscategorieën gespreid zou worden.